veerweg

Nederlands

laatste deel van een veerweg

Uitspraak

• Geluid:  veerweg    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• veer·weg

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  veer zn  en  weg zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	veerweg	veerwegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de veerweg m

1. weg die leidt naar een pont of veer

   ▸ Op de Waal bij Tiel is vanochtend wel het voetveer Tiel-Wamel uit de vaart genomen. Er bleek water op de veerweg te staan aan de kant van Wamel, meldde de gemeente Tiel.

   ▸ Rond 1.30 uur werd verder gezocht met een sonarboot van de brandweer. Een half uur later werd de sonar van Rijkswaterstaat ingezet, omdat die een groter bereik heeft. De zoektocht concentreerde zich op de Maas bij de kruising van de Cuijksesteeg en de Veerweg in Mook.

   ▸ ,,De koeien gingen eerst even chillen langs het water en liepen toen in paniek de dijk van de Loswal op‘’, zegt Frank. De inmiddels toegesnelde politie legde het verkeer op de Veerweg op de dijk stil. Frank en zijn twee vrienden en nog drie zwemmers maakten vervolgens een grote kring en dreven de koeien weer het weiland in. De hele actie duurde ongeveer acht minuten.

Gangbaarheid

• Het woord veerweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veerweg" herkend door:

70 %	van de Nederlanders;
66 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.