vors
Uiterlijk
- vors
- In de betekenis van ‘kikvorsachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
vervoeging van |
---|
vorsen |
vors
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorsen
- Ik vors.
- gebiedende wijs van vorsen
- Vors!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vorsen
- Vors je?
- vors
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vors | vorste |
vors
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
vors |
gevors |
volledig |
vors
- onovergankelijk (zeldzaam) vorsen, onderzoeken
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Adel in het Afrikaans
- Bouwkunde in het Afrikaans
- Verouderd in het Afrikaans
- Meteorologie in het Afrikaans
- Niet-samengesteld werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans
- Onovergankelijk werkwoord in het Afrikaans