weelde
Uiterlijk
- weel·de
- In de betekenis van ‘overdaad’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weelde | - |
verkleinwoord | - | - |
- omstandigheden van overvloed waar men in leeft
- Aan het Franse hof heerste grote weelde, terwijl het volk hongerde.
1. omstandigheden van overvloed waar men in leeft
- Het woord weelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weelde" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "weelde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be