Besprekingen
Geschiedtheorie en -filosofie, tijdvakoverschrijdend
Remieg Aerts, Klaas van Berkel en Babette Hellemans (ed.), Alles is cultuur.
Venster op moderne cultuurgeschiedenis
J ORIS vAN E IJNATTEN
488
Hans Bak, Frank Mehring en Mathilde Roza (ed.), Politics and Cultures of
Liberation: Media, Memory, and Projections of Democracy
A LBERTINE B LOEMENDal
490
Myriam Everard en Ulla Jansz (ed.), Sekse. Een begripsgeschiedenis, Jaarboek
voor Vrouwengeschiedenis Xtra #1
M AR ijke H UISMAN
492
Rengenier C. Rittersma, Mytho-Poetics at Work. A Study of the Figure of Egmont,
the Dutch Revolt and its Influence in Europe
L IESBETH G EEVERS
494
Oudheid
Diederik W.P. Burgersdijk en Alan J. Ross (ed.), Imagining Emperors in the
Later Roman Empire
RoALD D IJKSTRA
496
Olivier Hekster en Corjo Jansen (ed.), Diocletianus: Tussen eenheid
en versnippering
L IESBETH C LAES
498
Adrienne Mayor, Gods and Robots. Myths, Machines, and Ancient
Dreams of Technology
H UGO KONING
500
Middeleeuwen
Cordelia Hess, The Absent Jews. Kurt Forstreuter and the Historiography
of Medieval Prussia
A RNOUD -JAN BijsTERVELD
Joanita Vroom, Yona Waksman, Roos van Oosten (ed.), Medieval Masterchef.
Archaeological and Historical Perspectives on Eastern Cuisine
and Western Foodways
C LAIRE WEEDA
501
504
Nieuwe Tijd
Nadine Akkerman, Invisible Agents, Women and Espionage in
Seventeenth-Century Britain
ConsTANT H IJZEN
506
Femke Deen, Anna van Saksen. Verstoten bruid van Willem van Oranje
J IRKI THIBAUT
508
Chris F. van Fraassen, Ambon in het 19e-eeuwse Indië – van wingewest tot werfdepot
P HILIP Pos T
510
Helmer J. Helmers, Geert H. Janssen (ed.), The Cambridge Companion to the
Dutch Golden Age
J OHAN VERBERCKMOES
512
Wim Klooster, Tussen honger en ZWaard. Nederlands Atlantisch rijk in de
Zeventiende eeuw
EsTHER B AAKMAN
514
Ineke Loots en Joke Spaans, Johannes Hoornbeeck (1617-1666). On the
Conversion of Indians and Heathens
J AAP G ERAERTS
515
Friedemann Pestel, Kosmopoliten wider Willen. Die ,,monarchiens“ als
Revolutionsemigranten
Juliette Reboul, French Emigration to Great Britain in Response to the
French Revolution
M ATTH ijs L OK
517
517
Nieuwste Tijd
Igor Cornelissen, Tussen Lenin en Lucebert. Mathilde Visser, kunstcritica (1900-1985)
M ARGIT vAN DER S TEEN
Margriet Fokken, Beyond Being Koelies and Kantráki: Constructing Hindostani
Identities in Suriname in the Era of Indenture 1873-1921
F REEK L. B AKKER
Ian Kershaw, Roller-Coaster. Europe, 1950-2017
M ART ijn L AK
520
522
524
Eveline Koolhaas-Grosfeld en Marij Leenders, Tussen politiek en publiek.
Politieke prenten uit een opstandige tijd 1880-1919
A NNE PETTERSON
526
Jules Prast, De mannen achter De Standaard. Geschiedenis van een
antirevolutionair dagblad
C HRISTOPH vAN DEN B ELT
528
Hans Ramsoedh, Surinaams Onbehagen. Een sociale en politieke
geschiedenis van Suriname 1865-2015
RUBEN GoWRICHARN
530
Steffen Rimner, Opium’s Long Shadow. From Asian Revolt to Global Drug Control
G EMMA B LOK
Tim Verlaan, De Ruimtemakers. Projectontwikkelaars en de Nederlandse
binnenstad 1950-1980
HILDE S ENNEMA
532
534
498
BESPREKINGEN
Olivier Hekster en Corjo Jansen (ed.), Diocletianus: Tussen eenheid en versnippering. (Vantilt; Nijmegen,
2018) 216 p., ill., €19,95 ISBN 9789460043994.
Vergruisd of toch verheven? Een nieuw licht op keizer Diocletianus
Na het verschijnen van de verrijkende Nederlandstalige pockets over Constantijn de
Grote, traditie en verandering (2012) en De
wereld van Hadrianus (2015), brachten de
ervaren redactoren Prof. Dr. O. Hekster en
Prof. Dr. C. Jansen deze keer verschillende
wetenschappers bij elkaar om hun licht
te laten schijnen over keizer Diocletianus. Ook dit keer slagen deze hoogleraren
Oude Geschiedenis en Rechtsgeschiedenis erin om vernieuwende inzichten uit
het wetenschappelijk onderzoek naar het
brede publiek te vertalen.
Het concept van deze pockets is bekend; de redactoren kiezen niet voor een
historisch-chronologische benadering, maar
laten verscheidene deskundigen essays
schrijven over een specifiek thema, hoofdzakelijk gefundeerd op primair bronnenmateriaal. In het boek Diocletianus: Tussen
eenheid en versnippering staan de volgende thema’s uit Diocletianus’ keizerschap
centraal: zijn politieke hervormingen
TIJDSCHRIFT VOOR GESCHIEDENIS
(later de tetrarchie genoemd), zijn juridische activiteiten, de christenvervolgingen,
zijn bouwkundige projecten, zijn keizerlijke representatie, en het antieke literaire
beeld over Diocletianus. Het geheel wordt
afgesloten met een epiloog van de hand
van de redactoren, die kort de belangrijkste inzichten over Diocletianus’ regering
en zijn nalatenschap opsommen en daarbij naadloos de gekozen ondertitel van
het boek verklaren. Dat de afkorting AD
(Anno Domini) ooit zijn oorsprong vond
in het gebruik van de Alexandrijnse Kerk
om de christelijke vervolgingen te herdenken, verwijzend naar het regeringsjaar van
Diocletianus, de Anno Diocletiani, krijg je
er als lezer nog extra bij.
Door deze aanpak en structuur krijg
je als lezer meer voorgeschoteld dan
enkel het christelijk geïnspireerde beeld
dat we kennen van Diocletianus, de
keizer die vergruisd wordt voor wat
later bekend zou staan als ‘de Grote
499
BESPREKINGEN
Vervolging’. Hoewel de vervolging vooral de versnippering duidelijk zichtbaar
maakte (in de werking) van het hervormde Romeinse Rijk – Janssens bijdrage illustreert goed hoe de beleidshandhavers in Oost en West, maar ook
individuele ambtenaren, anders omgingen met de keizerlijke verordeningen
omtrent de vervolging – geeft het boek
aan dat Diocletianus in de eerste plaats
toch eerder een eenheidsbevorderaar
geweest is. Het is onder hem dat het
Romeinse Rijk uit de zogenaamde ‘crisis van de derde eeuw’ geraakte. Door
zijn verregaande politieke, administratieve en juridische hervormingen kreeg
het Romeinse Rijk een nieuwe adem
om als één eenheidsrijk door te gaan.
De bijdragen van Slootjes en Jansen
handelen specifiek over deze tetrarchische hervormingen en juridische activiteiten. Het moet vermeld worden dat
deze laatste bijdrage zeer toegankelijk
geschreven is, ondanks het specifieke
juridische vakjargon. De bijdragen van
Betjes, Heijnen en Manders stellen dan
weer de pogingen van Diocletianus en
zijn medekeizers centraal om een iconografische eenheid via verschillende
media (hier munten, medailles en
standbeelden) te propageren. Het beeld
van de eenheidsbevorderaar komt ook
naar voren in de lofredes die in 289 en
291 in Gallia voor medekeizer Maximianus voorgedragen zijn. In zijn bijdrage
schetst Tholen deze lofredes kort en
bondig in context, en gaat dieper in op
de asymmetrische broederrelatie tussen Diocletianus en zijn medekeizer.
Naast de bijdragen over de herstelling van de eenheid in het Romeinse
Rijk, wordt er ook stilgestaan bij de
versnippering door de christenvervolging ( Janssen, zie hierboven) en het
antichristelijke beleid van Diocletianus
dat door tijdsgenoot Lactantius bekritiseerd werd. Desondanks blijkt Lactantius genuanceerder te zijn dan de lezer
zou denken, beargumenteert Hunink in
zijn bijdrage. Het is vooral zijn opvolger Galerius die als het ultieme kwaad
wordt neergezet.
Strikt genomen valt de bijdrage van
de Haan en Mols over Diocletianus als
bouwheer buiten het discours van eenheid en versnippering dat doorheen
het gehele boek loopt. Zij doen weinig
moeite om hun bijdrage bij dit thema
te doen aansluiten, maar dat moet ook
niet. Wie aan Diocletianus denkt, denkt
ook aan zijn monumentale bouwwerken in Split (Paleis van Diocletianus) en
Rome (Thermen van Diocletianus). De
Haan en Mols beschrijven deze en andere gebouwen in detail, en weiden
daarbij soms uit over locatiekeuzes,
logistiek en watertoevoer.
Het gehele boek wordt vergezeld van
prachtige illustraties, bijeengebracht
door beeldredacteur dr. Stefan Mols.
Deze illustraties zijn niet enkel portretten en ruïnes, het boek biedt ook verschillende kaarten, plattegronden en
reconstructietekeningen aan, waardoor
de lezer zich alles beter kan voorstellen. Tot slot publiceert het boek ook een
deel uit Diocletianus’ befaamde Prijzenedict (Edictum Diocletiani de pretiis),
wat niet enkel een belangrijk monetair
document is, maar ook een inkijk in het
dagelijkse leven van het Romeinse Rijk
geeft.
Liesbeth
Claes,
Universiteit
Leiden
2019, JRG. 132, NO. 3