Acta Neerlandica, 16-17 (2020)
© Debreceni Egyetemi Kiadó
DOI: 10.36392/XXXX
Margriet Gosker
Woord en beeld
Iemand had twee zonen (Lucas 15:11-32)
Abstract
As an ecumenical theologian I studied all my life the words of the Holy Scriptures. I am
also interested in images, strengthening the power of expression of words and the Word,
and the other way around. In our present time the culture of images seems to be more
and more important. One image can tell you more in a minute than many words can do.
The Bible is interpreted by many interpreters and preachers in books, sermons and
meditations. How can images interpret these Bible Stories? It is a challenge to show the
correlation between the words of the Bible and its images. In this essay, I focus on the
parable of the prodigal son. It shows three personalities: the father and his two sons. This
raises the question: what about the mother? What is the interference between this story
and the way individual artists managed to shape it in paint, pencil, stone, woodcut, and
other materials? The youngest son is a spoiler. His life is adventure and pleasure and he
has no limits. The eldest son is responsible and obedient, but he also has his dark side.
Both of them could be a question to us. With whom could we identify ourselves? Some
artists in their finest imagination did not stick to the story and made images of the
mother or even of a prodigal daughter.
Keywords: Parable, Art of forgiveness, Biblical images, Father and two sons, Gerbens
Collection, Grace, Lucas 15, Prodigal son, Prodigal daughter, Real freedom, Theology
and art, Unmentionable love
Inleiding
Toen mij gevraagd werd een artikel te schrijven voor Acta Neerlandica
rond het thema ‘Woord en beeld’, kwam ik op het idee de parabel van de
‘verloren zoon’ als thema te kiezen. In de parabel wordt het leven van
twee broers subliem getekend en in alle opzichten kunstig afgebeeld, ook
al is het mensenleven geen kunstwerk.1 Het gaat hier om een parabel over
2
Margriet Gosker
twee zonen, die allebei een levensgrote vraag aan ons zelf kunnen zijn.
Met wie van de twee kunnen we ons identificeren? Als oecumenisch theoloog ben ik mijn leven lang bezig geweest met het bestuderen van woorden en van het Woord en als liefhebster van beeldende kunst ben ik altijd
weer opnieuw geboeid door afbeeldingen, die de uitdrukkingskracht van
woorden en het Woord wederkerig versterken. In onze tegenwoordige tijd
lijkt het wel alsof de beeldcultuur steeds belangrijker wordt, zoals kan
blijken uit het nieuwe leerboek voor de Nederlandse taal van Boni
Sciarone, dat veel met afbeeldingen werkt.2 Woorden verouderen snel.
Als ik vandaag een tekst in Middelnederlands probeer te lezen, dan moet
ik grote moeite doen om zo'n oude tekst te verstaan. Maar afbeeldingen
uit de middeleeuwen blijven nog altijd heel uitdrukkingsvol. Ze verliezen
hun expressieve kracht veel minder gauw. Nu kom ik uit de protestantse
traditie, en in die traditie is de combinatie van Woord en beeld zacht gezegd niet altijd vanzelfsprekend geweest. Dat zou mede veroorzaakt zijn
door de protestantse uitleg van Exodus 20:4, en een letterlijk nemen van
het oudtestamentische verbod op het maken van afbeeldingen. 3 Toch lijkt
het niet waarschijnlijk, dat dit verbod de enige oorzaak voor de protestantse Beeldenstorm in Nederland is geweest. Daarbij speelden volgens
kerkhistoricus C. Augustijn ook andere factoren een rol: “Zoals banken
nu het symbool zijn van geld en macht, gevestigde orde en handhaving
van de bestaande machtsverhoudingen, zo waren toen kerkgebouw en
beeld in de kerk […] hoogtepunt en symbool beide van de gevestigde
orde”.4 De Beeldenstorm vond niet alleen plaats in het jaar dat er meestal
mee verbonden wordt (1566), het moet een langduriger proces zijn geweest.5 Hoe dat ook zij, het verbod heeft niet verhinderd dat ook in protestantse kringen grote belangstelling leeft voor beelden en afbeeldingen,
die het Woord ondersteunen en interpreteren. Daarom ga ik met groot genoegen de uitdaging aan iets te laten zien van de correlatie tussen Woord
en beeld, of beter: tussen Bijbelwoord en Bijbelbeeld.
De parabel van de verloren zoon in Woord en beeld
In dit artikel concentreer ik mij op de parabel van de verloren zoon in
Woord en beeld. Er zijn in de loop der eeuwen talloze afbeeldingen van
dit onderwerp gemaakt, dus er is meer dan genoeg keus. Waarom ik
precies voor deze parabel heb gekozen, zal ik straks uitleggen. Deze gelijkenis is door Jezus bedacht en uitgesproken met de bedoeling aan zijn
hoorders een boodschap over te dragen. Het is een schoolvoorbeeld van
Woord en beeld
3
beeldende performatieve taal, boeiend door aanschouwelijkheid en psychologische diepgang.6 Maar de boodschap zelf is in de parabel niet uitdrukkelijk onder woorden gebracht. Het is immers de bedoeling dat de
hoorders daar zelf hun eigen gedachten over ontwikkelen en zich ermee
verstaan. Deze parabel is wat men meestal noemt: ‘Sondergut’ van Lucas.
Dat wil zeggen dat Lucas de enige is van de vier evangelisten die dit verhaal schriftelijk heeft overgeleverd. Het verhaal is dikwijls door theologen
en andere Bijbellezers verklaard en er is de eeuwen door vaak over gepreekt. Het is zeker één van de meest tot de verbeelding sprekende Bijbelpassages. Daarom is juist deze parabel onnoemelijk vaak en op velerlei
wijze naverteld, toegepast, uitgebeeld en afgebeeld.7 Het is zelfs een van
de meest populaire thema’s van Engelse moralistische toneelstukken
geweest.8 Dat betekent ook dat het binnen het kader van dit artikel
onmogelijk is compleet te zijn. Het moet voldoende zijn om aan de hand
van een aantal door mij gekozen afbeeldingen op het spoor te komen van
de correlatie tussen Woord en beeld.9 Er zijn beeldhouwwerken, maar die
laat ik – op één enkele uitzondering na – buiten beschouwing. Behalve op
talrijke schilderijen staat het verhaal ook afgebeeld op allerlei andere materialen. Zo verwerkte bijvoorbeeld de Amerikaanse kunstenares Carol
McCrady10 de parabel van de verloren zoon in 2002 op papyrus. 11 Er zijn
afbeeldingen op glas gemaakt, zoals die van de Deen Bjorn Wiinblad
(1918–2006).12 Er zijn vele potlood- en pentekeningen, zoals die van Jan
Toorop (1858–1928).13 Er zijn litho’s, zoals die van Thomas Hart Brenton
(1889–1975),14 gravures, zoals die van Hans Sebald Beham (1500–
1550)15 en linoleumsneden, zoals de serie (‘The Prodigal Trilogy’) van de
hedendaagse kunstenaar Steve Prince,16 die ik in Grand Rapids in levenden lijve heb mogen ontmoeten.
Het meest indrukwekkend vond ik zijn ‘Prodigal Appetite: Halloo’ uit
2004. Daarop zijn vele hedendaagse verleidingen te zien: populariteit,
fortuin, idolen, sekssymbolen, televisiesterren, basketbalsterren, massacommunicatie, beroemdheid, modieuze merkkleding met bedenkelijke opschriften, drugs, etc. Het woord ‘Halloo’ vraagt daar met nadruk aandacht
voor. In het hoofd van de verloren zoon steken mes en vork als een duidelijk symbool van onze huidige consumptiemaatschappij. Heel klein links
boven – in witte lijntjes tegen een zwarte achtergrond – staat geduldig de
vader, met in zijn handen de Bijbel, Gods woord, en wacht. Het geheel is
mede geïnspireerd door de brief aan de Efeziërs (6:12), waarin
gewaarschuwd wordt voor kwade machten, waartegen mensen zich in dit
leven te weer moeten stellen. Er zijn aquarellen, zoals die van de in 1951
4
Margriet Gosker
geboren Robert Barnum.17 In zijn verloren zoon uit 1998 zit ongelofelijk
veel vaart, maar ook veel leegte gelet op de blote voet, de blote knie, en
de lege koffer.
Er zijn etsen zoals de serie over de verloren zoon van James Jacques
Joseph Tissot (1836–1902)18 en gouaches, zoals die van Matt en Amy
Vanderpol.19 Er zijn natuurlijk ook houtsneden. Zo vond ik een
middeleeuwse anonieme houtsnede in een geschenkboek van de Nederlandse luchtvaartmaatschappij KLM.20 Maar er zijn ook ansichtkaarten,
zoals die Afrikaanse kaart met een zwarte vader en zoon er op, in een
typisch Afrikaans landschap, uit de collectie van professor Don Wilson
uit Grand Rapids (Calvin College).21 Het verhaal staat ook afgebeeld op
aardewerk, busjes, bekers en vazen.22 En zelfs op bronzen kerkdeuren,
zoals te zien is in het hoofdportaal van de Sint Lambertuskerk in Düsseldorf. Ook daar kom ik later op terug. Ook met naald en draad is het
onderwerp uitgebeeld. Zo maakte Henry Boot Bz. een borduurpatroon
met de voorstelling van de terugkeer van de verloren zoon.23 De parabel
heeft – behalve verschillende cartoontekenaars – ook designers van postzegels weten te inspireren. Zo vond ik een Zweedse postzegel met de verloren zoon er op, een Roemeense en ook een zegel uit de Unie van Socialistische Sovjet Republieken. Maar er zijn er vast nog wel meer.
Geliefd onderwerp van Nederlandse beeldende kunstenaars
Ik blijf nu eerst even dicht bij huis en denk dan aan de vele afbeeldingen,
die vervaardigd zijn door bekende Nederlandse schilders, zoals Jeroen
Bosch (1450–1516), Lucas van Leyden (1494–1533), Maarten van
Heemskerck (1498–1574), Cornelis Metsys (1508–1565), Gerard van
Honthorst (1592–1658), Barent Fabritius (1624–1673) en Gabriel Metsu
(1629–1667), die dat elk op hun eigen speciale manier hebben gedaan. Ik
denk ook aan het schilderij van de beroemde Peter Paul Rubens (1577–
1640), die de verloren zoon afbeeldt bij de varkens.24 Opmerkelijk is, dat
de eveneens fameuze Jan Steen (1625/26–1679) een schilderij heeft gemaakt waarop een bordeelscene te zien is. Uit de Nederlandse uitdrukking
‘een huishouden van Jan Steen’ blijkt wel met welke preferenties deze
kunstenaar vaak schilderde. Links op de achtergrond van dat doek zien we
een hemelbed en het curieuze is nu, dat aan de achterwand een schilderij
hangt met daarop een afbeelding van de verloren zoon, die met een stok
wordt weggejaagd. Het doek bevindt zich thans in het Museum voor
Schone Kunsten (Szépm vészeti Múzeum) in Boedapest.25
Woord en beeld
5
Na het Rembrandtjaar (2019) mag ik zeker het fameuze schilderij ‘De
terugkeer van de verloren zoon’ van de belangrijkste Nederlandse schilder
ooit, Rembrandt van Rijn (1609–1669), niet vergeten. Rembrandt heeft
zoals bekend machtig veel Bijbelse onderwerpen afgebeeld.26 Dit doek
schilderde hij aan het eind van zijn leven, zo rond 1662. Het bevindt zich
in de Hermitage in Sint Petersburg.27 De bekende theoloog en de eerste
secretaris van de Wereldraad van Kerken Dr. W.A. Visser ‘t Hooft heeft
daarvan gezegd: “Die zoon, geheel overgegeven aan het oordeel van zijn
vader, is geen figuur uit de gelijkenis, het is Rembrandt zelf, het is de
mens van alle tijden en van alle plaatsen, die de geopende armen van de
Vader zoekt en vindt.”28 Rembrandt heeft deze parabel ook meermalen
geëtst. De ets uit 1636 toont ontroerend, hoe de stok van de vader in de
consternatie van de ontmoeting op de stoep gevallen is.29 Rembrandt heeft
trouwens ook nog een ander doek geschilderd met een afbeelding van de
verloren zoon. Dat stamt uit 1635 of daaromtrent en het bevindt zich in
Dresden. Het stelt de verloren zoon voor in weelderige kledij, samen met
een mooie vrouw en een opvallende omhooggestoken roemer wijn in een
herberg of wellicht een bordeel.30 Daarbij heeft Rembrandt zichzelf en
zijn vrouw Saskia als modellen genomen. Om die reden was de relatie
van dit schilderij met de parabel uit Lucas 15 niet altijd even duidelijk.
Het doek is pas in de twintigste eeuw met de parabel in verband gebracht.
Geliefd onderwerp op Nederlandse wandtegeltjes en anderszins
Maar niet alleen Nederlandse schilders hebben zich aan het verhaal gewaagd. Nu laat ik de talloze afbeeldingen in kinderbijbels even voor wat
ze zijn. Ik denk ook niet direct aan al het fraaie beloningsmateriaal, zoals
dat op scholen en zondagsscholen aan kinderen, die goed hun best deden,
werd uitgedeeld, hoewel ook daar zeker fraai materiaal over te vinden
is.31 Het verhaal komt vaak voor op Nederlandse wandtegeltjes en daar
wil ik nu even bij stilstaan.
Er staan zeventien prentvoorbeelden (van de ruim honderd verschillende wandtegels die hij tot nu toe gevonden heeft) in het standaardwerk
over Bijbeltegels van Jan Pluis,32 waarbij 34 maal de verloren zoon als
varkenshoeder is afgebeeld en 33 maal de thuiskomst.
6
Margriet Gosker
Rembrandt van Rijn, Terugkeer van de verloren zoon. Ets, 1636. Collectie Gerbens.
De overige afbeeldingen laten andere momenten in het verhaal van de
verloren zoon zien, zoals het moment waarop hij zijn erfdeel in ontvangst
neemt (twee maal), het moment dat hij afscheid neemt van thuis (twaalf
maal), de periode dat hij al zijn geld en goed in het buitenland verbrast
(twaalf maal) en het moment dat hij blut is en weggejaagd wordt.33
Interessant is, dat met de wandtegels die Pluis heeft verzameld, door Gott-
Woord en beeld
7
fried Adam cum suis een educatief project is opgezet, waarin een bijdrage
van A.-K. Schlüter staat, die scholieren vertrouwd wil maken gemaakt
met precies deze parabel van de verloren zoon.34 De leerlingen worden
uitgenodigd de tekst uit Lucas 15 aandachtig door te lezen en moeten dan
zelf een wandtegel vervaardigen vanuit hun eigen interpretatie. Dit is een
heel mooi voorbeeld van de relatie woord (Woord) en beeld. We zien de
verloren zoon ook verschijnen op allerlei gebruiksvoorwerpen, zoals
vazen en pullen. En er is een haardscherm uit de Zaanstreek met daarop
een afbeelding van de verloren zoon.35 Er is ook een kerkbank te vinden
in de Lambertuskerk in het Brabantse Udenhout, met houtsnijwerk van de
verloren zoon bij de varkens.36 En er is zelfs een Nederlandse schoenlepel
(uit 1578), waarop vier onderscheiden taferelen uit de parabel van de verloren zoon te herkennen zijn.37 En zo is er meer. Ook vond ik zelfs een
heel stripverhaal, gedrukt ter Bijbel drukkerije van David le Jolle te
Amsterdam op de Roozegragt, no. 170, omstreeks 1817–1824 onder het
motto:
Ziet Kinders! in deez print verbeeld,
Wat rampen jeugd en losheid teelt,
En denkt toch niet, dat, bij berouw,
Elk zulk een Vader vinden zou.38
Bijzonder mooi is het levensgrote schilderij uit 1948 van de Nederlandse
kunstenaar Ies Naarden (1902–1982), dat de terugkeer van de verloren
zoon op ontroerende wijze verbeeldt. Dit werk vangt mijn dagelijkse blik
en heeft mij mede heeft geïnspireerd tot het schrijven van dit artikel.39
Tentoonstelling ‘The Prodigal Son’ in Grand Rapids
Behalve mijn belangstelling voor de parabel van de verloren zoon in de
Nederlandse beeldende kunst was er een tweede aanleiding om juist voor
deze parabel te kiezen. Die hangt samen met mijn verblijf in Grand
Rapids (Michigan, USA). Op 29 januari 2009 was ik daar in verband met
de voorbereiding van de oprichting van de World Communion of Reformed Churches, die een jaar later gerealiseerd werd.40
8
Margriet Gosker
Ies Naarden, Terugkeer van de verloren zoon.
Foto: Henk en Yongmei Baron. Collectie Postma-Gosker.
Woord en beeld
9
Twee reformatorische wereldwijde organisaties, die droomden van samenwerking en gemeenschappelijkheid,41 waren tot de conclusie gekomen, dat ze niet langer afzonderlijk van elkaar wilden optrekken, omdat
ze uit dezelfde moederschoot van de Reformatie waren voortgekomen. Ik
maakte enkele jaren deel uit van de Joint Working Group, die de samensmelting moest voorbereiden. We waren in Grand Rapids om zo te
zeggen ‘op heilige grond’ gehuisvest, op de Campus van Calvin College,
een befaamd opleidingscentrum voor gereformeerde theologie. Daar zag
ik tot mijn vreugde en verrassing een schitterende tentoonstelling van
kunstwerken met als onderwerp ‘The Prodigal Son’.42 In het Nederlands
spreken we over de verloren zoon, maar in het Engels spreekt men over
de verkwistende zoon. Het is maar uit welke hoek je het bekijkt.
Wat roept dit verhaal bij mensen op?
We denken, dat we mondige mensen zijn en dat we ons eigen leven zelf
vorm kunnen geven. Tot op zekere hoogte is dat ook zo, maar alleen tot
op zekere hoogte. Waarom leeft een mens? 43 Hoe beleef je de dingen, die
in je leven gebeuren? Zit er een lijn in? Of bestaat het leven volstrekt uit
toevalligheden? Is een mens werkelijk vrij om te kiezen zoals vaak wordt
gedacht? En wat is dan vrijheid? De theologische discussies hierover zijn
legio. De meest bekende is ongetwijfeld die tussen Maarten Luther en
Desiderius Erasmus. Daar ga ik hier nu niet verder op in, maar het is algemeen bekend dat Luther de vrije wil een illusie vond en sprak over de geknechte (of slaafse) menselijke wil.44 Moet iedereen dan gewoon het pad
aflopen, dat allang voor je is uitgestippeld? Soms zou je wel eens anders
willen zijn dan je bent, of dingen anders willen doen. Maar meestal valt er
niets te kiezen. Veel dingen, zoals je geslacht, je geaardheid en je
karakter, staan al ver vóór je geboorte vast en je moet het er maar mee
doen. Of je veel talent hebt of weinig, en in welk deel van de wereld je
geboren bent, dat maakt inderdaad een wereld van verschil. Je hebt bepaalde mogelijkheden, maar in andere opzichten ben je weer beperkt. Je
kunt lang niet alles wat je wilt. En je wilt lang niet alles wat je kunt. Karakter en aanleg spelen een grote rol. En daar moet je het in het leven mee
doen. Maar hoe doe je dat? Hoe vrij ben je eigenlijk? Geeft de parabel
van de twee zonen daar antwoord op?
10
Margriet Gosker
Beeld als interpretatie van het Woord
In het geval van een Bijbelverhaal is het beeld altijd een interpretatie van
het Woord, omdat de kunstenaar het Bijbelverhaal als uitgangspunt gekozen heeft. Het omgekeerde is eigenlijk ook waar. Namelijk dat woorden
het beeld interpreteren. Want dat is eigenlijk wat ik doe, als ik mijn eigen
interpretatie van een afbeelding geef. In het geval van een parabel gaat het
Woord dus altijd voorop. Dat Woord wordt door de kunstenaar geïnterpreteerd, wat weer wordt gevolgd door mijn eigen interpretatie van het
werk van de kunstenaar. Maar het interessante is, dat mijn eigen interpretatie van het beeld weer wordt beïnvloed door mijn eigen interpretatie
van het Woord. Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis heb ik ervaren, dat
een theoloog vaak heel anders naar een Bijbels geïnspireerd kunstwerk
kijkt dan een kunsthistoricus. De theoloog zoekt altijd het contact met het
Bijbelverhaal, want: “de eerste taak van de theologie is en blijft: uitleg
van de Heilige Schrift.”45 De theoloog heeft meestal ook oog voor de
symboliek van de kleurstelling. Bij antependia bijvoorbeeld staat wit voor
heerlijkheid en reinheid, groen voor de gewone gang van alle dagen, en
rood symboliseert het Pinkstervuur.46 De kunsthistoricus is vaak veel
meer gefascineerd door het lijnenspel, de vlakverdeling, de kleuren zelf,
de vormen en de perspectieven.47 Het beeld zegt dus veel over de interpretatie van het Woord, maar de interpretatie zegt weer veel over degene
die interpreteert zelf. Het beeld spreekt voor zichzelf, maar het beeld legt
ook uit. De verbeelding laat emotie zien en staat in verband met de wereld
waarin de maker ervan leeft. Het mooie van dit Bijbelverhaal is, dat het
tot kunstenaars uit alle tijden en uit alle windstreken heeft gesproken en
door hen op allerlei verschillende manieren is verbeeld.
Keuze van de Bijbelpassage
Het eerste wat beslist moet worden is welk onderdeel van het verhaal zich
het beste voor de verbeelding van juist deze kunstenaar leent. Vaak koos
men voor het tekstgedeelte over de terugkeer: het moment van de ontmoeting met de vader en de omarming. Dat lijkt het meest favoriete moment
te zijn. Maar er is ook gekozen voor de tijd van verkwisting, toen de
jongste zoon ging uitspatten om van het leven in al zijn facetten te genieten. Ook is vaak gekozen voor het moment dat de verloren zoon in de
doffe ellende terecht kwam en moest neerzitten bij de varkens in de stal.
Natuurlijk werd er ook accent gelegd op de houding van de thuisgebleven
zoon, die het niet kon verkroppen, dat zijn vader zijn avontuurlijke broer
Woord en beeld
11
na al zijn brasserijen zo hartelijk verwelkomt en omarmt. En er zijn natuurlijk ook kunstenaars, die in één kunstwerk verschillende taferelen uit
het verhaal hebben afgebeeld. Een mooi voorbeeld daarvan is de schildering van Athanasios Clarck uit 2004 met in het midden, centraal, de
innige omarming van de zoon door de vader. De vader draagt een gouden
aureool. Bij mij roept dit de gedachte op, dat hier God zelf als de liefdevolle vader wordt afgebeeld, die zijn verloren kind omhelst, terwijl Jezus
hier de in liefde aangenomen zoon is. Maar dan zou Jezus ook een
stralenkrans moeten hebben en die zien we hier niet. Toch is dit in de bestaande Bijbeluitlegging niet helemaal een vreemde gedachte.48 Er zijn inderdaad exegeten, die er van uitgaan, dat in de jongste zoon Jezus
Christus zelf kan worden herkend. Werd Jezus zelf ook niet verdacht van
de omgang met slechte vrouwen?49 En over zwijnen gesproken (in het
Jodendom onreine dieren): ging hij zelf ook niet om met tollenaars en
zondaars en at met hen?50 En – nog belangrijker – staat er ook niet van
hem geschreven, dat hij dood was en weer tot leven is gekomen?51
Linksonder op het schilderij zien we hoe het gemeste kalf geslacht wordt
door een in het blauw geklede knecht. Links van de vader zien we dat een
feestgewaad voor de zoon door het dienstpersoneel wordt aangedragen,
sandalen voor zijn voeten en een ring voor om zijn vinger. Rechtsonder
zien we mensen met allerlei muziekinstrumenten, met opgeheven handen,
en dansend van vreugde. Rechtsboven zien we drie eerdere taferelen: de
verloren zoon bij de zwijnen, op zijn knieën in diep berouw, en blootsvoets op weg naar huis. Linksboven zien we de Vader buiten in de tuin
onder een boom in gesprek met zijn oudste zoon, die een afkerige handbeweging maakt en onwillig zijn gezicht afwendt. Op drie plekken in het
schilderij zien we Gods aanwezigheid gesymboliseerd in een sterachtig
halfrond, waaruit drie pijlen te voorschijn komen.52
Een ander mooi voorbeeld is het werk ‘Gospel Dreams’ van Laura
James uit 2005. Haar verbeelding is Noord-Afrikaans, met name Ethiopisch, geïnspireerd. Ethiopië en Egypte zijn de twee Noord-Afrikaanse
landen die sinds de vierde eeuw na Christus een lange Christelijke traditie
hebben en volgens haar ook nooit zijn gekoloniseerd.
Dat klopt ook wel. Ethiopië heeft wel een tijdje onder Brits en Italiaans
bestuur gestaan, maar is inderdaad nooit een kolonie geweest. Daardoor
kon er een onafhankelijk traditie ontstaan, die de Koptische christenen
steeds hebben doorgegeven.
12
Margriet Gosker
Athanasios Clark, The Byzantine Orthodox Icon of the Prodigal Son.
Egg Tempera with Gold leaf. Collectie Gerbens.
De typerende kleuren, de eenvoud, de engelen, de amandelvormige ogen,
de creativiteit en de authenticiteit ervan inspireerde de kunstenares tot
deze afbeelding van de parabel van de verloren zoon. Zij bezocht Ethiopië
in 1991 en ze heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een deskundige in
Ethiopische iconografie. In het hier afgebeelde werk zien we tien
taferelen. Ze beslaan echter slechts het eerste deel van de parabel (Lucas
15:11–24). Dit Bijbelgedeelte is onder aan het paneel in handschrift te
zien, besloten met de signatuur van de kunstenares. Het vervolg van de
parabel (Lucas 15:25–32) is buiten beschouwing gelaten. De kunstenares
gaat vrij met de tekst om. Zo vermoed ik, dat ook de moeder van de twee
zonen is afgebeeld in haar gele gewaad op het bovenste paneel links en op
het derde paneel rechts. Van een paard (tweede paneel links) is in het
verhaal geen sprake en evenmin van blote vrouwen (derde paneel links).
Heel sprekend is de magere ribbenkast, waarmee de jongen rechtsboven
huiswaarts keert. Rechtsonder zien we twee engelen afgebeeld, die als
Woord en beeld
13
zodanig niet in het verhaal voorkomen, maar wel de hemel symboliseren,
waar de zoon (volgens Lucas 15:18 en 21) tegen gezondigd had.
Keuze van de hoofdpersoon
Een andere keuze is die van de hoofdpersoon. In het verhaal komen
achtereenvolgens de volgende handelende personen voor: de vader, de
jongste zoon, een inwoner (πολίτης) die hem in het verre land tewerkstelde bij de varkens. De dagloners van zijn vader (μίσθιοι), die goed
te eten hadden terwijl de verloren zoon hongerde en verkommerde. De
knechten van zijn vader (δούλοι), die het gemeste kalf moesten slachten,
de oudste zoon, en tenslotte de knecht (παίς), die de gesprekspartner is
van de oudste zoon. Sommige kunstenaars schetsen – zoals gezegd – een
uitvoerig tafereel of zelfs meerdere taferelen, anderen beelden alleen de
hoofdpersoon af. Maar wie is de hoofdpersoon? Dat zal in de meeste gevallen de jongste zoon zijn, omdat hij meestal als de centrale figuur van
de parabel wordt gezien. Maar de kunstenaar kan er ook voor kiezen een
van de andere handelende personen als hoofdpersoon te nemen. En omdat
het kunstenaars zijn, laten sommigen hun fantasie de vrije loop. Ze
bedachten, dat er toch in ieder geval ook een moeder geweest moet zijn?
Waarom ontbreekt zij in het verhaal? En misschien was er ook wel een
dochter in huis? In elk geval was er het huispersoneel. 53 Het is opvallend,
dat er in het Grieks drie verschillende woorden worden gebruikt om dit
aan te duiden. De μίσθιοι zijn de dagloners, die werden ingehuurd en dus
niet zo'n sterke band met hun opdrachtgever hadden als de δούλοι, die het
permanente huispersoneel vormden.54 En παίς is het Griekse woord voor
‘jongen’ of ‘kind’, een jonge knecht dus, maar wel in vaste dienst.
De verloren zoon als hoofdpersoon
Uit de vele mogelijkheden kies ik de afbeelding van Edward Riogas uit
2004. Daarop staat de verloren zoon nog in zijn moeilijke momenten
centraal. We zien hem lichtelijk gebogen, met afgezakte schouders,
blootsvoets en slordig gekleed. Hij is om zo te zeggen nog ‘ver van huis’.
Maar hij is wel al op de terugweg. Hij beseft heel goed, dat hij fout is geweest en dat hij het niet verdient om door zijn vader liefdevol ontvangen
te worden. De linkerzijde van het werk suggereert zijn oude leven. De
kunstenaar verbeeldt het verre vreemde land met rook, vuur en donkere
wolken. We zien ook een Ziggurat afgebeeld, een soort toren van Babel.55
14
Margriet Gosker
Laura James, Gospel Dreams. Oil on Canvas. Collectie Gerbens.
Woord en beeld
15
Dat verwijst naar het Bijbelverhaal uit Genesis 11, dat laat zien hoe
spraakverwarrend deze torenbouw werkt, mensen van elkaar vervreemdt
en tot vijanden maakt. We zien speelkaarten neergevleid liggen, een verwijzing naar grote zonden (althans in de ogen van de maker), die de kunstenaar naar eigen zeggen in verband brengt met Yin en Yang en met
toverij en ander heidens spul. De twee doodshoofden suggereren, dat de
zoon de doodlopende weg achter zich gelaten heeft en al zijn eerste
stappen gezet heeft op weg naar het vaderhuis. Het is een terugtocht op
genade of ongenade. Nog steeds is hij geketend aan het oude leven, zoals
je ziet aan de ijzeren band om zijn nek. Maar als je goed kijkt zie je in de
wereld der duisternis ook, hoe aan een kruis Gods zoon genageld is. Dit
suggereert de weg uit de dood naar het leven. Het hele schilderij ademt
trouwens de geest van de weg uit de dood naar het leven, en bedoeld is
dan vooral het eeuwige leven. De eerste stappen zijn al gezet, maar in zijn
eentje gaat de zoon het niet redden. Daarom heeft de kunstenaar – heel
opvallend – een duif in zijn nabijheid geschilderd, waarmee gezegd wil
zijn, dat de weg ten leven door de Heilige Geest van God wordt begeleid.
Op de rechterzijde van het schilderij zien we wuivend graan, boomloof,
een lichtende hemel, drie cipressen, en het vaderhuis. Het onderschrift
bevestigt dat de zoon nog een lange weg heeft te gaan, maar de vader
kijkt met verlangen naar hem uit. Hij heeft het huis al verlaten en trappelt
van ongeduld om zijn jongste zoon te gaan verwelkomen. De broer en de
knecht staan geheel rechts. Zij suggereren, dat er na de thuiskomst van de
verloren zoon nog het een en ander staat te gebeuren.
De vader als hoofdpersoon
De parabel begint met de zinsnede: “Iemand had twee zonen.” Dat legt de
focus in eerste instantie op de vader van het tweetal. Karl Kwekel nam in
1982 de vader als hoofdpersoon en maakte een indrukwekkende pentekening van die vader. Peinzend zien we hem zitten, gerimpeld, met zijn
hand aan zijn voorhoofd, denkend aan zijn zoon, die in verre oorden bezig
is zijn erfenis op te souperen. Links onder staat in handschrift: “But when
he was yet a great way off…”. Hij heeft zijn zoon laten gaan en nu is de
jongen volkomen buiten zijn bereik. Wat gaat er door hem heen? Maakt
hij zich zorgen? De achtergrond van deze pentekening is, dat Karl Kwekel
zelf ooit als jongeman de weg was kwijtgeraakt en het geloof van zijn
jeugd mijlenver achter zich gelaten had.
16
Margriet Gosker
Edward Riojas, The Prodigal Son. Oil on Board. Collectie Gerbens.
Zijn vader bad dagelijks voor hem, en wachtte geduldig op zijn terugkeer
met een grote en onvoorwaardelijke liefde. Deze pentekening heeft hij als
een ode aan zijn eigen vader beschouwd.56
De oudste broer als hoofdpersoon
De Hongaarse kunstenaar Károly Ferenczy heeft in zijn schilderij over
Lucas 15, dat hij in 1907 maakte (en dat in privébezit is), de oudste zoon
in het centrum gezet.57 De achtergrond bestaat uit groen geboomte. Rechts
op het doek zien we de vader, in donkerblauw gehuld, met uitgestoken
handen naar zijn jongste zoon, die aan de linkerkant staat, in al zijn naaktheid en met afgewend gelaat. Hij heeft werkelijk geen draad meer aan zijn
lijf. In het midden zit de oudste zoon, gekleed in een gifgroene kiel, die
fel afsteekt tegen het lichte tafellaken, toonloos voor zich uit te staren,
met zijn hand onder zijn kin en een gezicht als een oorwurm. Hij straalt
aan alle kanten ongenoegen en frustratie uit. Zo is die oudere broer van de
verloren zoon een levensgrote vraag aan onszelf. Was die vader zijn
oudste zoon in feite ook niet al lang kwijt? De jongste was hij fysiek kwijt
geraakt, de oudste relationeel. Die vreugdeloze zoon met zijn eeuwige
kritiek, met zijn vasthouden aan de regeltjes: “Al jarenlang werk ik voor u
Woord en beeld
17
en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg”, 58 en met
zijn scherpe oordeel over een ander. Hoor hoe hij over zijn broer praat.
Hij krijgt het woord broer niet eens over zijn lippen. Hij heeft het over
‘die zoon van u’ die het vermogen van zijn vader heeft verkwanseld aan
de hoeren. Maar hoe weet hij dat eigenlijk? Of verzint hij het maar? Tot
nu toe heeft het hele verhaal daar niets over gezegd, maar de oudste broer
doet of hij er alles van weet. Het lijkt wel alsof hij er in eigen persoon bij
was. En dan dat achterbakse gedoe. Hij gaat niet naar zijn broer toe, om
hem eerlijk en recht in zijn gezicht te vertellen wat hij er van vindt. Niets
daarvan. Hij wil niet eens binnen komen. Hij wil de feestzaal niet in. Hij
gaat ook niet naar zijn vader toe, om hem eerlijk en recht in zijn gezicht te
vertellen wat hij denkt en voelt. Nee, hij schiet buiten op het paadje een
jonge knecht aan en dan roddelt hij over zijn broer achter zijn vaders rug
om. Károly Ferenczy heeft gekozen om het spannende moment, af te
beelden, dat de vader in tegenwoordigheid van zijn oudste zijn handen
uitstrekt naar zijn jongste zoon. Zijn liefde voor zijn oudste zal hij later
tonen. Een andere kunstenaar, die de oudere broer een bijzondere aandacht geeft is Jonathan Quist. In zijn werk uit 2008 beeldt hij zichzelf af
als de buitenstaander, de observant. En hij herkent in zichzelf veel van de
oudste zoon, die het allemaal zo goed wil doen en die beslist altijd de
controle wil houden. Een schildersezel met doek staat prominent in tussen
hemzelf, de vader en de jongste zoon en vormt als het ware de scheidingsmuur. Quist zou volgens eigen zeggen anders willen zijn, meer uit
geloof willen leven. Hij heeft zich laten inspireren door de theoloog Paul
Tillich, die in The Courage to be gezegd zou hebben: “It is faith that
allows grace to do its work, faith … is the courage to accept the
acceptance of the unacceptable: namely oneself.”59 Maar een bronvermelding is er niet bij en ik heb dit citaat niet kunnen vinden. Wel vond ik een
soortgelijke reflectie in een preek van Tillich over Romeinen 5:20:
getiteld: You are accepted. En ‘acceptance’ is inderdaad een wezenlijk
bestanddeel van Tillich’s theologie.60
De moeder of de dochter als hoofdpersoon
“Iemand had twee zonen.” Zo begint de parabel. Die iemand had dan natuurlijk ook de moeder van de zonen kunnen zijn. Een moeder is ook
iemand. Maar van een moeder is in de parabel in het geheel geen sprake
en van een dochter ook niet. Zijn er kunstenaars geweest die de moeder
van de twee zonen toch hebben afgebeeld? Of die de ongenoemde dochter
18
Margriet Gosker
hebben afgebeeld? Ja, die zijn er. En aardig wat ook. Op een van de etsen
van James Jacques Joseph Tissot zien we het vertrek van de verloren zoon
afgebeeld, waarbij de moeder geheel links achter een dienblad met een
theepot en theekopjes vlijtig zit te handwerken.61 Hier is zij niet de hoofdpersoon. Tissot maakte trouwens een hele serie etsen over Lucas 15 en op
twee andere etsen van zijn hand zien we ook een vrouwenfiguur, waarvan
ik aanneem, dat het de moederfiguur is.62 Ook op het doek van Ies Naarden staat de moeder afgebeeld in een blauw gewaad en met haar armen
over elkaar. Maar we zien de moeder ook – en dan wel heel centraal – afgebeeld op het ingetogen werk van Ivor Williams (1908–1982), dat
schuldbewustheid uitstraalt.63 De zoon wordt afgebeeld, met lange verwarde haren, gesloten ogen, half naakt, en in lompen gehuld, schuldbewust op zijn knieën op een kleedje voor de stoel waarop zijn moeder is
gezeten. De zetel waarop moeder zit is rood. Haar hoofd is bedekt met
een langwerpige sjaal of hoofddoek. Links op het doek is een venster en
daarvoor is nog een figuur te zien, met een kledingstuk in handen als
teken van de komende verzoening. Dat is ook te zien aan de handen van
de jonge man, die in de handen van zijn moeder zijn geborgen. Een ander
goed voorbeeld is het prachtige kleurrijke schilderij van Oliver Wong uit
2012, dat gezien de titel ‘The Prodigal Daughter’ wel geïnspireerd moet
zijn door het Bijbelverhaal, maar dat in dit geval dus de terugkeer van de
verloren dochter uitbeeldt.64 Niet zo raar gedacht, omdat ook dochters van
het pad af kunnen raken. Dit doek toont volgens het bijschrift op de website de onvoorwaardelijke liefde van een moeder voor haar dochter. Dan
vond ik nog het werk van Charlie Mackesy (geboren 1962). Hij maakte
een ontroerende kleurrijke afbeelding van de moeder van de verloren
zoon. Ook maakte hij de ‘blauwe’ verloren dochter. De tekst die hij er op
schreef: “This is the story of the prodigal daughter. It should really be
called the running Father, who waited every day for his girl to come
home. The daughter who had rejected him so badly, but when he saw her
from a long way off he ran to her and hugged her and kissed her.” Het
equivalent van de verloren zoon maakte hij trouwens ook. Ook op de
eerdergenoemde ets van Rembrandt komt de moederfiguur voor. Het verhaal gaat, dat Rembrandt op zijn meesterwerk ‘De terugkeer van de verloren zoon’ de vader met een stoere mannenhand en een zachte vrouwenhand geschilderd heeft, om op die manier recht te doen aan de troostende
vrouwelijke kant van God.65 En ook de Nederlandse dichter Willem de
Mérode heeft zich het leed van de moeder van de verloren zoon inge-
Woord en beeld
19
dacht.66 Hij schreef een reeks gedichten rond alle personen uit de parabel.
Graag geef ik de tekst van de moeder door.
De moeder
Ik voel zijn ziekten en zijn zonden;
Ik tuimelde mèt hem in ‘t slijk,
Want bloed blijft steeds met bloed verbonden.
Dies is mijn hart zijn open wijk!
Ik hunker niet, dat hij zal komen,
Ik wéét, wat hem verwijt en trekt.
Hij heeft mijn liefde meegenomen,
Zijn hart wordt door mijn hart gewekt.
Zoo waar de wereld elken morgen
Uit dauw en duister wordt onthuld,
Weet ik, dat God voor hem zal zorgen
En hem ontheft van dood en schuld.
Ik blijf geduldig op hem wachten,
En troost mijn lang verlangend hart:
Hij komt, en geen zal hem verachten,
Nu hem de smart plaagt onzer smart.
Keuze voor locaties, omstandigheden, emoties
Uiteraard is de plek en tijd waarin de kunstenaar leeft of geleefd heeft
altijd zeer bepalend. Is de kunstenaar een middeleeuwer, dan geeft hij een
heel andere verbeelding van de verloren zoon dan de iconenschilder, die
in de traditie van de oosterse orthodoxie staat. Iedereen werkt in de eigen
tijd en in de eigen context. Op een middeleeuwse houtsnede zien we een
schuldbewuste zoon, met een verwarde haardos, in middeleeuwse kledij,
die voor zijn vader diep door de knieën gaat. De vader is in een rijk gewaad op een troon gezeten. De zoon strekt zijn hand uit naar de vader,
maar deze reikt hem de uitgestoken hand nog niet toe. Een heel spannend
moment.67 De verloren zoon is verschillende malen verbeeld door de
Japanse christelijke kunstenaar Sadao Watanabe (1913–1996).68 En ook
door een andere Japanse kunstenaar met dezelfde achternaam: Sochi
Watanabe. Hun beider werk oogt weer heel anders dan de verloren zoon
op de Afrikaanse ansichtkaart uit de collectie Gerbens. 69 Als kunstenaar
moet je ook beslissen op welke locatie en in welke omstandigheden je één
of meer feiten en emoties uit het verhaal gaat uitbeelden. Er is een scala
van mogelijkheden. Kies je voor het vaderhuis (Rembrandt), het verre
land (James Jacques Joseph Tissot), de herberg (Gabriël Metsu), de
hoerentent (Gerard van Honthorst), het varkenskot (Joel Tanis), het vrije
veld (Edward Riojas), de slachtplaats of de feestzaal (Vanderpol)? Je kunt
ook kiezen voor het verbeelden van een emotie zoals ondernemingszin,
verlorenheid, hongersnood, bij de schillen neerzitten, spilzucht, spijt, rivaliteit, verlangen, verdriet, schuldbewustzijn, jaloezie, heimwee, liefde, afgunst, onkreukbaarheid, vergeving, plichtsbesef, verzoening, achterbaks-
20
Margriet Gosker
heid, veroordeling, vergeving. Het verhaal is zo kleurrijk, het heeft zo
veel diepere lagen, en het prikkelt onze fantasie. Het kernwoord thuiskomst heeft Henri Nouwen geïnspireerd tot het uitbrengen van zijn veelgelezen boek: Eindelijk thuis.70 Maar het belangrijkste woord dat bij mij
opkomt als ik er over reflecteer is genade. En dat is geen emotie, maar een
gave.
Vergeving en genade
Het wandtapijt van Edgar Boevé uit 2004 zet vader en zoon neer op een
ondergrond van varkenskoppen, die het leven symboliseren, waar de
jongen uit weg is gevlucht. Het heet ‘forgiveness’, maar het zou van mij
ook ‘genade’ mogen heten, omdat het zo volop en innig Gods liefdevolle
genade uitstraalt. De mooie dieprode kleur en het gebruikte materiaal dragen zeker aan die gedachte bij. Aan de onderkant van het wandkleed zien
we een massa varkenskoppen, die het decadente leven symboliseren, dat
de zoon in het verre land had geleid. Uit die decadentie en uit die zwijnenstal rijst dan de figuur van de zoon op, die door de kunstenaar is vormgegeven met behulp van geruwde zijde in een wat modderachtige kleur.
De zoon wordt liefdevol omarmd door zijn vader, die in een elegant
warmrood, met gouddraad doorweven gewaad gestoken is. Liefdevol kust
hij zijn zoon op het voorhoofd. De armen van de zoon zijn omhoog geheven. Zo omringen ze het hoofd van de vader op de wijze van een
oeroude gebedshouding (de orantehouding).
Daar waar de gevouwen handen van de zoon samenkomen, daar is ook
de gouden zon, die het licht van de wereld symboliseert. Het is voor mij
geen vraag, hoe de kunstenaar op het idee is gekomen om vader en zoon
beide in oplaaiende vlammende vuren van liefde te plaatsen. Links en
rechts van vader en zoon zien we zulke flakkerende vuurvlammen, dat ik
als theoloog als vanzelfsprekend in verband breng met het vuur en de
warmte van de Heilige Geest. Maar of dat ook de bedoeling van de maker
is geweest, kan ik niet met zekerheid zeggen. Dat is het mooie van kunst.
Dat je de afbeelding beziet, en dat je er dan ook je eigen interpretatie in
mag leggen, die niet hoeft overeen te komen met de oorspronkelijke
bedoeling van de kunstenaar. Zelfs de franjes onderaan spelen wat mij
betreft het spel van de liefde mee.
Woord en beeld
Edgar Bouvé, The Prodigal Son: Forgiveness. Fabric Collage. Collectie Gerbens.
21
22
Margriet Gosker
Een mooi voorbeeld van innige overgave zien we op een van de
bronzen deuren van het hoofdportaal van de Sint Lambertuskerk in het
Duitse Düsseldorf: vader en zoon zijn hier in innige omarming samengesmeed. De figuren zijn volkomen aan elkaar verbonden en innig met
elkaar verstrengeld. De hoofden, handen en voeten omstrengelen elkaar.
De hele beeltenis is vredevol en straalt verbondenheid uit, en volstrekte
harmonie. Het concept is in het midden van de vorige eeuw ontworpen
door Ewald Mataré en het geheel is in brons gegoten door de Düsseldorfer
kunstgieterij Schmäke. Er boven is het kruis afgebeeld. De gedachte er
achter is, dat Jezus de deur naar de vader is en dat de verloren zoon
Christus zelf verbeeldt, die de weg naar de vader heeft geopend,71 een
gedachte die we al eerder waren tegengekomen. Op deze plek wil ik ook
wijzen op de ‘eenzijdige’ omarming, die we aantreffen op het beeld van
Karel Gomes (1930–2016), dat te vinden is in de Bijbelse Beeldentuin
van Hoofddorp.72 Het beeld laat bij mij een wat pijnlijke indruk na. Het
laat de verloren zoon zien, terwijl hij weliswaar wang aan wang staat met
zijn vader, die hij omarmt, maar in tegenstelling tot wat we hebben gezien
op de ets van Rembrandt, houdt de vader hier zijn stok stevig vast. Hij
omarmt zijn weergekeerde zoon niet.
Bij de varkens
Het mooiste voorbeeld daarvan is voor mij het werk van Joel Tanis uit
1994. De kunstenaar zet een paar vrolijke varkens met hun krulstaartjes
pontificaal in het centrum van de afbeelding. De kleurstelling is zo
vrolijk, dat je bijna zin krijgt om met de beesten mee te knorren. Wat niet
onmiddellijk opvalt is, dat er teksten in het werk handmatig staan opgetekend. Maar bij nadere beschouwing is dat heel duidelijk. Bovenin staat in
niet bepaald deftig Engels te lezen, dat “the prodigle son spent all his
allowance on goofing around (miskleunen, de kantjes er af lopen) and
partying and stuff. Till he was broke. Then he ended up in a pig sty
(varkenskot) trying to eat Pig food.” Bij het kindertekeningachtige varken
beneden staat “chomp chomp” geschreven, wat volkstaal is voor ‘champ’:
een smakkend geluid. En helemaal onderaan staat de moraal: “He should
of left the party sooner.” Links vooraan zien we de eveneens kindertekeningachtige, ontredderde, verloren zoon zitten met piekhaar, wallen
onder zijn ogen, mondhoeken omlaag en zijn blik naar de hemel gericht.
Hier is het existentiële moment afgebeeld, dat de jongste zoon zich bewust wordt van zijn falen en zich vertwijfeld afvraagt hoe het nu verder
Woord en beeld
23
moet met zijn leven, nu hij zo diep is gezonken en varkensvoer zou willen
eten om niet om te komen van de honger. Tegelijk denk ik hierbij ook
even aan dat olijke varkentje op de inkttekening van de Hongaarse
kunstenaar Lajos Szalay (A tékozló fiú hazatérése), dat ik in 2017 in Debrecen bewonderde, tijdens de herdenking van 500 jaar Reformatie
aldaar.73 Of aan de drie varkens in de trog, waarvan de verloren zoon er
zelf een is.74
In de feestzaal
Een mooi voorbeeld hiervan is: ‘The Father’s Celebration’ uit 2007 van
Matt and Amy Vanderpol. Het was aanvankelijk als een drieluik gepland,
maar uiteindelijk werd het dat toch niet.75 Dit werk, dat tegelijk ook een
stukje samenwerking van twee kunstenaars is, ademt echte vrijheid en
echte vreugde. Echte vrijheid is, dat niemand wordt vastgepind op zijn
eigen verleden, maar dat er nieuwe ruimte is en dat er nieuwe kansen zijn
om het leven te leven zoals God het heeft bedoeld.76 Deze vader verheugt
zich oprecht over zijn zoon, die na al zijn omzwervingen weer naar huis is
teruggekomen. Hij was weg, hij werd gemist, en nu is hij weer thuis en
dat maakt blij. “Deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden”.77
“Let us eat and celebrate…”. Dat staat in grote letters als een soort
motto boven het geheel van de afbeelding, die omrand is door allemaal
bakstenen, die ook als omlijsting van de vensters dienen. Daardoor staat
de afbeelding als een huis. Over wat er in het verleden allemaal gebeurd is
wordt niet meer gepraat. Dat is volstrekt zinloos. De vader nodigt heel
spontaan iedereen uit voor het grote feest. Want zijn zoon is weer thuis en
dat moet gevierd worden. En zo zien we allemaal vrolijke mensen onder
een feestelijk baldakijn. Rechts van de vader staat de jongen op zijn
nieuwe sandalen in zijn feestgewaad, dat door een paar krullenbollen
zorgvuldig om zijn schouders wordt gevlijd en waarvan een slip door zijn
moeder licht wordt gestreeld. Of het zijn moeder is weet ik niet zeker,
maar mag dat mijn eigen interpretatie zijn? Dicht bij zijn blote tenen ligt
nog het hoopje gescheurde lompen van de kleren, die hij net heeft
afgelegd. Hij kijkt met grote blije verbaasde ogen naar zijn handen.
24
Margriet Gosker
Joel Tanis, The Prodigal Son. Aquarel. Collectie Gerbens.
Woord en beeld
25
Aan zijn middelvinger pronkt de ring, die hij net gekregen heeft. Naast de
centrale figuur van de vader in het midden, zien we een slanke vrolijke
vrouw met wuivende lokken en in haar handen een feestelijke tamboerijn,
zoals eens Mirjam, de zuster van Mozes.78 Is dat misschien de zuster van
de twee broers? Of dat inderdaad zo is, is niet met zekerheid te zeggen,
maar mag ook dit een stukje eigen interpretatie zijn? We zien muziek en
zang. Een gitaar. We zien lekker eten, koek en fruit.
En we zien drie vensters met doorkijkjes. Het doorkijkje links van de
heenweg is wolkig en de wolk kijkt nogal bedrukt. De weg is viervoudig,
wat de grote afstand naar het verre land symboliseert. De bomen zijn kaal
en triest. Het doorkijkje in het midden laat een groene weide zien en een
opgaande zon, die lijkt op een stralenkrans rond het hoofd van de vader en
diens keppeltje. Vader legt zijn hand liefkozend op de schouder van zijn
jongste zoon, die naar het lijkt ook een keppeltje draagt. Het doorkijkje
rechts toont de terugkeer. Ook hier is de weg viervoudig, wat symboliseert, dat de terugweg minstens even lang is als de heenweg. Maar nu zien
we een glimlachende wolkenhemel. De bomen zijn groen en staan in
bloei. Op het land ligt het gerijpte koren. De jongeman heeft een zeis in
zijn linker hand en een korenschoof in zijn rechter. De oogsttijd is al gekomen. Welke van de twee zonen is hier afgebeeld in het rechter doorkijkje? Is het de jongste of de oudste zoon? Voor beide opties valt wel iets
te zeggen.
Mocht het de jongste zijn, omdat in het rechter doorkijkje de terugweg
is afgebeeld, dan ontdekken we toch ook de oudste zoon op dit kunstwerk.
Precies onderaan in het midden zien we hem, of althans het bovenste
gedeelte van zijn hoofd, dat behoorlijk groot is in vergelijking met de
andere afgebeelde personen. Let op zijn gelaatsuitdrukking. We zien twee
grote boze ogen, die zich van de feestelijkheden hebben afgekeerd. De
jongen staat met zijn rug naar alle anderen toe en staart wezenloos en verkrampt het doek uit, terwijl zijn neus op de spreuk rust: “For this son of
mine was dead and has come back to life”. Rechts van hem vlak boven
het woord ‘life’ staat de vader (althans ook het bovenste gedeelte van zijn
hoofd, compleet met keppeltje), die zijn oudste liefdevol aankijkt. Parallel
aan de linkerkant zien we denk ik het bovenste gedeelte van het hoofd van
zijn broer, de jongste zoon, die zich net als zijn vader afvraagt hoe het nu
verder moet. Zo straalt dit werk liefde, vergeving en feest uit, maar tegelijk laat het net als de parabel zien, dat het verhaal nog niet af is. Het heeft
een open eind en het blijft een vraag aan ieder van ons, wat we ermee
doen.
26
Margriet Gosker
Matt and Amy Vanderpol, The Father's Celebration. Pencil & Gouache. Collectie Gerbens.
Tenslotte
Laten de vragen waar ik dit artikel mee begon nu weer opnemen. Laten
we eens proberen het verhaal in onze eigen moderne tijd te plaatsen, zoals
sommige kunstenaars dat ook hebben gedaan, zoals met name Steve
Prince en Jonathan Quist.79 Het is tenslotte een parabel die voor alle tijden
opgaat en nog niets aan zeggingskracht verloren heeft. Integendeel het
verhaal spreekt enorm tot de verbeelding en zet je aan het denken, juist
omdat het een open eind heeft. Het is heel opvallend, dat we niet horen of
de oudste zoon na het gesprek met zijn vader zijn houding heeft gewijzigd
of dat hij toch bars, stuurs en ontoegankelijk gebleven is?
Iemand had twee zonen…
Laten we ze een naam geven. Laten we zeggen: Cor en Frank. En die
twee blijken hemelsbreed van elkaar te verschillen. Cor is altijd correct.
Woord en beeld
27
Hij lijkt op het eerste gezicht de ideale zoon. Rustig, fatsoenlijk, bedaard,
een Pietje Precies zonder fratsen. Hij voelt zich verantwoordelijk voor het
bedrijf van zijn vader, hij staat voor stabiliteit en hij speelt op safe! Maar
hij wil wel alles onder controle houden. Als het aan hem ligt laat hij zijn
geld veilig op de bank staan. Hij voelt niet voor een risicovolle belegging,
want rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.
Een beetje saai. Dat wel. Kan hij eigenlijk wel ergens van genieten? En
wat wil nu hij eigenlijk? Of wil hij niks? Gewoon maar doen wat gedaan
moet worden, en dat is het dan? Vraagt hij zich nog wel eens iets af?
Passeert hij nog wel eens een grens? Aan Cor kunnen we zien hoe je als
mens helemaal vast kunt komen te zitten in je eigen zekerheden, met een
dodelijke ernst en zonder enige fantasie of creativiteit. Zulke mensen
hebben nauwelijks nog vragen. Ze weten alles al. En ze weten alles veel
te goed! En dan zitten ze vaak ook nog vol kritiek op anderen, die niet
binnen hun lijntjes passen. Het is een karikatuur, natuurlijk. Niemand is
altijd Cor. Iedereen, die wel eens eerlijk in de spiegel kijkt weet, dat je er
jezelf soms ook op kunt op betrappen, omdat deze levenshouding van
‘houden wat je hebt’ niemand vreemd is.
Nee, dan Frank. Dat is een totaal andere figuur. Hij zit vol initiatief en
wil van alles! Hij is frank en vrij, een echte levenskunstenaar, om niet te
zeggen een losbol. Hij zoekt zijn vrijheid! Hij máákt wat van het leven!
Hij wil genieten! Grenzen overschrijden. Avontuur! Hij wil weten wat er
in de wereld te koop is. Hij wil alles uitproberen! Hij wil ontdekken wie
hij zelf is. Hij wil het onderste uit de kan! Hij is steeds op zoek naar zich
zelf. Wie ben ik? Wat kan ik? Wat doe ik? Hij wil zich zelf ontwikkelen,
ontplooien, en steeds nieuwe dingen doen. Hij is hongerig op zoek naar
waarheid. Hij wil weten hoe het leven in elkaar steekt! Nu ja, dat kost wat
– en zo komt hij op het lumineuze idee om alvast zijn deel van de erfenis
op te vragen.80 Je kunt er misprijzend over doen. Alsof de jongste zoon
niet om zijn geld had mogen vragen. Was het ongehoord of brutaal? Dat
lijkt wel zo en dat is vanaf de vijfde eeuw ook vaak beweerd. Maar in de
vroegste uitleg van de kerk was dat het probleem niet. De beroemde
kerkvader Hiëronymus beoordeelde het juist positief, dat iemand wat met
zijn leven wil gaan doen.81 En nog belangrijker is het feit, dat de vader er
zelf blijkbaar ook helemaal geen probleem van maakt! Hij laat Frank gewoon zijn gang gaan. Hier jongen, neem maar, ga maar, doe maar. Vind
je weg maar in het leven. Zoek het maar uit, mijn zegen heb je. Maar hij
is hem wel kwijt natuurlijk. Zoals hij zijn andere zoon, Cor, de oudste,
eigenlijk ook al een beetje kwijt is… Of niet dan?
28
Margriet Gosker
En zo gaat Frank in volle vrijheid het volle leven in, jong, enthousiast
en boordevol plannen. Hij reist naar verre landen, hij kijkt zijn ogen uit.
Hij geniet van het leven met volle teugen. Hij probeert alles uit! Ondertussen jaagt hij in een mum van tijd zijn hele erfdeel er door heen en
tenslotte vindt hij zich zelf met een knagende honger in zijn buik terug bij
de varkenstrog, als een onreine bij de onreine dieren. Voor een Joodse
jongeman was dat heel heftig. Wat een zooi. Wat een mislukkingen. Wat
een misrekeningen. Waar is het fout gegaan? En dan komt hij tot bezinning! Wat heb ik gedaan? Is dit het nu? Ik heb alles gehad en gedaan.
Ik heb van alles genoten, mijn hele leven bestond uit consumeren en
vluchtig genot, want ik dacht dat geld moest rollen. Maar dan komt ook
de wending, de echte omkeer in het verhaal. Bij de varkenstrog komt hij
tot zichzelf. In het vrije leventje dat achter hem lag had hij zich zelf niet
gevonden. Tijdens zijn zoektocht naar zelfontplooiing en steeds weer
nieuwe horizonten, was hij zich zelf juist kwijtgeraakt. En nu hij in de
ellende zit, smacht hij naar de vrijheid, die hij in zijn ouderlijk huis als
kind volop had genoten. Nu pas gaat hij langzamerhand beseffen wat vrijheid in werkelijkheid is. Ook dit is een karikatuur, natuurlijk. Niemand is
altijd Frank. Iedereen, die wel eens eerlijk in de spiegel kijkt weet, dat je
er jezelf soms ook op kunt op betrappen, omdat deze levenshouding van
willen genieten en steeds weer je grenzen opzoeken niemand vreemd is.
Na alles wat er gebeurd is weet de jongste nu, dat vrijheid niet
hetzelfde is als alles maar mogen en kunnen. Echte vrijheid is niet de mogelijkheid om jezelf volledig te ontplooien en helemaal uit te leven. Het is
niet hetzelfde als overal geld voor hebben en je kunt het zo gek niet
verzinnen of het is wel realiseerbaar. Dat lijkt wel mooi, maar echte
vrijheid is het niet. Het beantwoordt niet aan de eigenlijke bedoeling van
ons leven en ten diepste kom je er bedrogen mee uit. Echte vrijheid is
niet, dat je alles van je afgooit en het verleden achter je laat. Soms lukt het
een mens om zichzelf los te maken van knellende banden uit het verleden.
Dat is niet niets, maar ook niet alles. Het is geen echte vrijheid! Want
echte vrijheid is er pas als je met jezelf en met de mensen om je heen in
Gods naam in vrede leeft. Echte vrijheid is het pas, als je met jezelf en
met je verleden in het reine komt en weer toekomst hebt. Of om het met
R. Hensen te zeggen: “Autonomie werkt bevrijdend uit heteronomie.
Doch kan lege vrijheid, daemonische vrijheid worden als zij niet vervuld
wordt tot theonomie.”82 Aan de jongste zoon kun je zien hoe een mens de
weg kan kwijtraken in het leven. En als een mens dan door Gods genade
tot bezinning komt en de weg terug vindt, dan ziet de vader, in wie we
Woord en beeld
29
God herkennen mogen, zijn kind al in de verte aankomen en is met ontferming bewogen. Er staat niet: toen hij nog veraf was zag hij zijn vader.
Nee, er staat: toen hij nog veraf was zag zijn vader hem (Lucas 15:20). 83
God komt haastig – op een drafje – aanlopen en ontvangt zijn kind met
open armen. Dat is genade.
Opstandingsverhaal
De omarming wordt in kunstwerken en preken vaak gezien als het kernmoment in dit verhaal. De vader omarmt en kust zijn zoon en dat doet hij
voordat de jongen ook maar een woord heeft kunnen zeggen. Die kus is
een teken van vergeving! De teruggekeerde zoon kan nauwelijks uitbrengen, dat hij fout was geweest of zijn vader doet er alles aan om hem
te laten weten, dat hij alleen maar heel blij is zijn zoon weer thuis te
hebben. Men moet snel een mooi pak voor hem halen, en ook een ring aan
zijn vinger doen als teken van het herstel van zijn waardigheid. De jongen
hoopte in het ouderlijk huis wellicht als knecht te worden aangenomen,
maar de vader verwelkomt hem als zijn eigen zoon. Er komen nieuwe
schoenen aan zijn voeten, want op blote voeten loopt alleen een slaaf. Dat
is wel de positie waarop hij gehoopt had, maar het is niet de positie die
zijn vader hem wil geven. Integendeel. De vader laat het gemeste kalf
aanrukken. Laten we eten en feestvieren, want mijn zoon hier was dood
en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en hij is nu weer terug. Op
dit moment wordt het een echt ‘Opstandingsverhaal’. En de vader? Die
loopt naar buiten en gaat liefdevol het gesprek aan met zijn oudste zoon.
Weergaloos, zoals hij dat doet. Hij kritiseert niet. Hij valt hem niet aan.
Hij valt hem ook niet af. Hij luistert goed en hij zegt vol liefde: Mijn
jongen, jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is al van jou. Kom
gauw mee naar binnen, we gaan feest vieren,84 want je broer was dood en
is weer levend geworden. Hij was verloren en is teruggevonden. En de
oudste? De afloop is onbekend. We horen niet of de oudste zoon blijft
mokken of dat hij mee naar binnen gaat en zijn hart opent voor de
vreugde van het feest. Het verhaal heeft een open einde. En zo is het tegelijk een uitnodiging om zelf te beslissen wat je met je leven doet. Blijf je
buiten staan, omdat er zoveel is dat je dwars zit en waar je geen weg mee
weet? Blijf je buiten staan, omdat je jaloers bent en vastgeketend blijft
aan het verleden? Of neem je de uitnodiging aan en kom je weer binnen in
het Vaderhuis om samen met de vader en de zoon blij te zijn en je te
30
Margriet Gosker
verheugen in Gods goedheid en in de liefdevolle omarming van de
Eeuwige?
Noten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
Mönnich, De jongste zoon, 143–145.
Sciarone, Woord en beeld.
Van Dael, ‘Geloof met en zonder beelden’, 70.
Augustijn, ‘Godsdienst in de 16e eeuw’, 34.
Van Swighem & Brouwer & Van Os, Een huis voor het Woord, 151.
Noël, ‘Lucas’, 1641.
Mönnich & Van der Plas, Het Woord in beeld, 123-127.
New World Encyclopedia. ‘The Prodigal Son. Morality play’
Bahr, Theologisch Untersuchung der Kunst. Poiesis.
Smith, M.B. ‘Illuminating art’.
Gerbens, The Father and his Two Sons, 18, 61.
Ibidem,19.
RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis toont op de website een krijttekening met
waterverf uit 1924 van de terugkeer van de verloren zoon.
Ibidem, 25.
Ibidem, 24.
Ibidem, 32–37.
Ibidem, 41.
Ibidem, 11–15.
Ibidem, 45. Hier is de techniek ‘pencil and gouache’ gebruikt.
Middeleeuwse houtsnede, gevonden in: Uren van Bezinning, 62.
Ibidem, 26.
Ibidem, 42, 43, 50–51.
Nederlands Openluchtmuseum. Collectie Gelderland. “Borduurpatroon met voorstelling de
terugkeer van de verloren zoon”.
Bernard, De Bijbel in de schilderkunst, 190–191.
Mai & Stukenbrock, Nederlandse 17de eeuwse schilderijen, 118–119. Zie ook: Ember &
Rikken & Tátrai, Dutch Old Masters, 44–45.
Spijkerboer, Rembrandts engel.
Schwartz, Rembrandt, 327.
Visser ‘t Hooft, Rembrandts weg tot het evangelie, 12.
Van Gelder, Rembrandt, 104.
Art Salon Holland 2012–2019. ‘De verloren zoon in een herberg (ca. 1635) – Rembrandt’.
Schwartz toont dit schilderij, maar vermeldt de relatie met Lucas 15 niet. Schwartz Rembrandt,
192.
Bijvoorbeeld een oude volksprent met een voorstelling van de verloren zoon. “Hier ziet gy in
dees Prent vertoond/ … De verloren zoon aan de trog. Uitgave (no. 99) van J. Kannewet te
Amsterdam (1736-1780), waarschijnlijk naar een 17de eeuws voorbeeld.”, Zijp, “Religieus
beloningsmateriaal”, 63.
Pluis, Bijbeltegels, 184.
Pluis, Bijbeltegels, 166.
Adam, Bibelfliesen, 147–151.
Woord en beeld
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
31
Kootte, De Bijbel in huis, 65.
Wiki Midden-Brabant 2016. ‘Verloren zoon’.
Ibidem, 53.
Mönnich & Van der Plas, Het Woord in beeld, 127.
Naarden kreeg zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij
was lid van het Sint-Lucasgilde aldaar en hij was lid van de Gooische Schildersvereniging.
Ik heb deel uitgemaakt van het Comité ter Voorbereiding van de Oprichting van de World
Communion of Reformed Churches (WCRC), een samensmelting van de Reformed
Ecumenical Council (REC) en de World Alliance of Reformed Churches (WARC). Deze
samensmelting is in 2010 gerealiseerd.
Gosker, Dreams, 49–54.
Ik dank L. en M. Gerbens voor hun toestemming om afbeeldingen van werken uit hun collectie
“The Art of Forgivenes” in Acta Neerlandica af te drukken en B. Williams, Director of
Calvin’s Center Art Gallery voor het beeldmateriaal, dat hij mij ter beschikking stelde. Van de
tentoonstelling verscheen een boek: Gerbens, The Father and his Two Sons.
Thielicke, Het zwijgen Gods, 79–84.
Luther, De Servo Arbitrio, 1525. Den Boer, “Over de slaafse wil”.
Wissink, Te mooi om waar te zijn, 10.
Hoenderdaal, Het esthetische,73.
Frey, Bausteine, 83–112.
Schuman, Een reisverhaal, 126.
Lucas 7:37.
Lucas 5:30.
Lucas 15:24 wordt hier in verband gebracht met de opstanding van Jezus.
Ibidem, 49.
Lucas 15:17, 19, 22, 26.
Reiling & Swellengrebel, A Translator's Handbook, 549.
Genesis 11:4.
Ibidem, 27.
Hungarian Art History, ‘Painting unmentionable love’.
Lucas 15:29.
Ibidem, 56–57.
Preek van Tillich, You are accepted. Ik citeer de Duitse tekst: “Dennoch bejaht”: „Gnade ist
die Wiedervereinigung des Lebens mit sich selbst, die Versöhnung des Selbst mit sich selbst,
Gnade ist die Wiederannahme dessen, was verworfen ist.” 91-102: 94.
Ibidem, 12.
Ibidem, 14–15.
New World Encyclopedia. ‘Parable of the Prodigal Son’.
Pixels, ‘The prodigal daughter. Unconditional love of a mother to her daughter’.
Infonu.nl. Kunst en cultuur. ‘Observatie schilderij Rembrandt van de verloren zoon’.
Mérode, De verloren zoon. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. “De Moeder”.
Middeleeuwse houtsnede, gevonden in: Uren van Bezinning, 62.
Davidson Galleries. ‘The Return of the Prodigal Son1’, Portland Art Museum. ‚Prodigal son‘.
Ibidem, 26.
Nouwen. Eindelijk thuis.
Sint Lambertuskirche Düsseldorf. ‚Hauptportal‘.
Hoofddorp. Van der Krogt. ‘Bijbelse tuin van de parochie H. Johannes de Doper’ Nummer 16.
Kokai Nagy, T. & Kokai Nagy, V. ‘A tékozló fiú hazatérése’.
Heilige Willibrord Deurne, ‘Thuiskomen’.
32
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
Margriet Gosker
Ibidem, 44–45.
Johannes 8:36.
Lucas 15:24. Geciteerd volgens De Nieuwe Bijbelvertaling.
Exodus 16:20–21.
Ibidem, 57.
In onze tijd zou dat de helft van de erfenis zijn, maar als jongste van de twee zonen had hij in
de toenmalige cultuur slechts recht op een derde deel van de erfenis. Volgens Deuteronomium
21:17 kreeg de oudste een dubbel deel en de jongste een derde deel van het vermogen,
waaronder ook de landerijen vallen. Het bezit behelst alleen de roerende goederen. Deed de
jongste zoon een aanval op het familiebezit door ook de landerijen op te eisen? Landerijen
mochten volgens Leviticus 25:23 niet in andere handen overgaan. Schmid, Het evangelie
volgens Lucas, 303.
Nielsen, Het evangelie naar Lucas, 67-68.
Hensen, ‘Hoofdlijnen van de wording van Tillich’s denken’, 165.
Van de Beek, Gespannen liefde, 13.
Nieuwenhuis, ‘Kom binnen en vier feest’.
Bibliografie
Adam, G. & Grundmann, H. & Kleint, S. unter Mitarbeit von Perrey, K.
& Rogall-Adam, R. & Schönwitz, J. & Sporré, M. (eds). 2015. Bibelfliesen: Eine pädagogische Entdeckung. Eine Veröffentlichung des
Comenius-Instituts und der Projektgruppe Kulturgut Bibelfliesen.
Münster: Comeniusinstitut.
Anoniem, s.d. Uren van Bezinning, in opdracht van de K.L.M. Den Haag:
Van Keulen.
Augustijn, C. 1986. ‘Godsdienst in de 16e eeuw.’ R.P. Zijp (ed.). Ketters
en Papen onder Filips II. Tweede en verbeterde druk. Utrecht: Rijksmuseum het Catharijneconvent. 26–40.
Bahr, H.-E. 1965. Theologische Untersuchung der Kunst. Poiesis. München/Hamburg: Siebenstern.
Beek, A. van de 2000. Gespannen liefde. Kampen: Kok.
Bernard, B. 1984. De Bijbel in de schilderkunst. Kampen: Kok; Leuven:
Davidsfonds.
Boer, W. den 2016. ‘Over de slaafse wil.’ J. Selderhuis (ed.). Luthers Verzameld werk. Deel I. Utrecht: Kok. 467–570.
Bouwman, W. (ed.). 2010. Geschiedenis van het Christendom in Nederland. Zwolle: Waanders.
Woord en beeld
33
Dael, P. Van 2010. ‘Geloof met en zonder beelden.’ W. Bouwman (ed.).
Geschiedenis van het Christendom in Nederland. Zwolle: Waanders.
69–97.
Ember, I. & Rikken, M. & Tátrai, J. s.d. Dutch Old Masters from Budapest: Highlights from the Szépművészeti Múzeum, Haarlem: Frans Hals
Museum; Haarlem: De Hallen. Naio1o Publishers.
Frey, D. 1976. Bausteine zu einer Philosophie der Kunst. Darmstadt:
Wissenschaftliche Buchgesellschaft.
Gelder, H.E. Van. s.d. [1956]. Rembrandt. Tweede druk met drie honderd
en veertien afbeeldingen. Amsterdam: Bechts.
Gerbens, L.J. 2008. The Father and his Two Sons: The Art of
Forgiveness: Images of the Prodigal Son from the Larry and Mary
Gerbens Collection. Grand Rapids: Eyekons.
Gosker, M. 2010. ‘Dreams like seven cows.’ M. Gosker (ed.). A Man for
all seasons: Essays in Recognition of the Work of Richard van Houten
for the Reformed Ecumenical Council, 1987–2010. Grand Rapids:
Reformed Ecumenical Council. 49–54.
Hensen, R. ‘Hoofdlijnen van de wording van Tillich’s denken.’ s.d.
Theologie en praktijk. 22.4:161–182.
Hoenderdaal, G.J. 1982. Het esthetische, een weg tot geloof: Gedachten
over godsdienstige en esthetische ervaring. Baarn: Ten Have.
K.L.M., s.d. Uren van Bezinning. In opdracht van de K.L.M. Den Haag:
Uitgeverij Keulen.
Kokai Nagy, T. & Kokai Nagy, V. (eds). s.d. [2017]. Reformáció 500: A
Biblia (nem) mindenkié, Debrecen: Debreceni Református Hittudományi Egyetem.
Kootte, T. 1992. De Bijbel in huis: Bijbelse verhalen op huisraad in de
zeventiende en achttiende eeuw. Uitgave bij de gelijknamige
tentoonstelling, gehouden in het Rijksmuseum Catharijneconvent te
Utrecht van 14 december 1991 tot en met 8 maart 1992. Zwolle:
Waanders.
Luther, M. 1525. “De servo arbitrio”. WA 18, 551–787.
Mai, E. & Stukenbrock, C. 1987. Nederlandse 17de eeuwse schilderijen
uit Boedapest. Keulen: Wallraf-Richartz-Museum in samenwerking
met het Museum voor Schone Kunsten Boedapest en het Centraal
Museum Utrecht.
34
Margriet Gosker
Mérode, W. de 1928. De verloren zoon. Amsterdam: Uitgeversmaatschappij Holland.
Mönnich, C.W. 1958. De jongste zoon. Amsterdam: Moussault’s.
Mönnich, C.W. & Plas M. van der. s.d. (1977). Het Woord in beeld: Vijf
eeuwen Bijbel in het dagelijkse leven. Baarn: Ten Have.
Nielsen, J.T. 1983. Het evangelie naar Lucas. Deel II. Nijkerk: Callenbach.
Noël, F. 2001. ‘Lucas.’ Eynikel, E. & Noort, E. & Baarda, T. & Denaux,
A. (eds). Internationaal Commentaar op de Bijbel. Band 2. Kampen:
Kok; Averbode: Abdij van Averbode.
Nouwen, H. 1999. Eindelijk thuis. Vertaald in het Nederlands door Evert
van der Poll. Negende druk. Tielt: Lannoo.
Pluis, J. met medewerking van Jurriaan Wijchers. s.d. [1994]. Bijbeltegels: Bijbelse voorstellingen op Nederlandse wandtegels van de 17e
tot de 20e eeuw. Bibelfliesen: Biblische Darstellungen auf Niederländischen Wandfliesen vom 17. bis zum 20. Jahrhundert. Schriftenreihe
zur religiösen Kultur. Münster: Ardey-Verlag.
Reiling J. & Swellengrebel J. L. 1971. A Translator’s handbook on the
Gospel of Luke. Leiden: Brill.
Schlüter, A.-K. 2015. ‚Die Gleichnis vom verlorenen Sohn.’ Unterrichtsentwurf für die Sekundarstufe II. Adam, G. & Grundmann, H. &
Kleint, S. unter Mitarbeit von Perrey, K. & Rogall-Adam, R. & Schönwitz, J. & Sporré, M. 2015. Bibelfliesen: Eine pädagogische Entdeckung. Eine Veröffentlichung des Comenius-Instituts und der Projektgruppe Kulturgut Bibelfliesen. Münster: Comeniusinstitut.
Schmid, J. 1963. Het evangelie volgens Lucas. Het Nieuwe Testament met
commentaar. Derde deel. Uit het Duits vertaald door L. Witsenburg.
Bilthoven: H. Nelissen. Oorspronkelijke titel: Das Evangelium nach
Lukas. Regensburger Neues Testament, herausgegeben von Alfred
Wikenhauser und Otto Kuss, III. Band.
Schuman, N.A. 1981. Een reisverhaal: Leesoefeningen in Lucas. ’sGravenhage: Boekencentrum.
Schwarz, G. 1984. Rembrandt, zijn leven, zijn schilderijen: Een nieuwe
biografie met alle beschikbare schilderijen in kleur afgebeeld.
Maarssen: Schwartz.
Sciarone, B. 2018. Woord en beeld. Amsterdam: Boom Uitgevers.
Woord en beeld
35
Spijkerboer, A.M. 2006. Rembrandts engel: Bijbelverhalen van een
schilder. Vught: Skandalon.
Swighem, C.A. & Brouwer, T. & Van Os, W. 1984. Een huis voor het
Woord: Het protestantse kerkinterieur in Nederland tot 1900. ‘sGravenhage: Staatsuitgeverij met medewerking van de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg.
Thielicke, H. 1962. Het zwijgen Gods. Wageningen: Zomer en Keuning.
Oorspronkelijk: Das Schweigen Gottes. Hamburg: Furche Verlag.
Tillich, P. 2000. The Courage to Be: With an introduction by Peter J.
Gomes. Second Edition. Yale: Yale Nota Bene Book. Yale University
Press: New Haven & London.
Tillich, P. s.d. “Dennoch bejaht”: Gegenwart des Göttlichen Geistes.
Stuttgart: Evangelisches Verlagswerk. 91–102.
Visser ‘t Hooft, W.A. 1956. Rembrandts weg tot het evangelie. Amsterdam: Ten Have. Geheel omgewerkte en vermeerderde uitgave van
Rembrandt et la Bible. Neuchâtel: Delachaux et Nestlé.
Wissink, J.B.M. 1993. Te mooi om waar te zijn: Theologisch vragen naar
het schone. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van
bijzonder hoogleraar vanwege de Radboudstichting Wetenschappelijk
Onderwijsfonds in de katholieke theologie van de twintigste eeuw aan
de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen op 2 maart
1993. Vught: Radboudstichting Wetenschappelijk Onderwijsfonds.
Zijp, R.P. 1982. “Religieus beloningsmateriaal op school en zondagsschool”.Vroomheid per dozijn. Utrecht: Rijksmuseum het Catharijneconvent. 63–67.
Lijst van geraadpleegde websites
Art Salon Holland 2012–2019. ‘De verloren zoon in een herberg (ca.
1635) – Rembrandt.’ (https://www.artsalonholland.nl/collectie-kunstmusea/rembrandt-de-verloren-zoon). (geraadpleegd op 19 februari
2019).
Davidson Galleries. ‘The Return of the Prodigal Son.’
(https://www.davidsongalleries.com/artists/modern/sadao-watanabe/
return-of-the-prodigal-son/). (geraadpleegd 25 februari 2019).
36
Margriet Gosker
Digitale
Bibliotheek
voor
de
Nederlandse
Letteren.
(http://www.dbnl.org/tekst/mero001verl01_01/colofon.php).
(geraadpleegd op 29 december 2018).
Heilige
Willibrord
Deurne
2018.
‘Thuiskomen.’
(https://www.heiligewillibrorddeurne.nl/thuis-komen/). (geraadpleegd
op 2 januari 2019).
Hoofddorp. Van der Krogt. ‘Bijbelse tuin van de parochie H. Johannes de
Doper.’
Nummer
16.
(http://vanderkrogt.net/standbeelden/object.php?record=NH23bc).
(geraadpleegd op 4 maart 2019).
Hungarian Art History 2012. ‘Painting unmentionable love.’
(https://hungarianarthist.wordpress.com/2012/05/08/karoly-ferenczyshomoerotic-aestheticism/). (geraadpleegd op 4 maart 2019).
Infonu.nl. Kunst en cultuur. ‘Observatie schilderij Rembrandt van de
verloren zoon.’ (https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/diversen/51010observatie-schilderij-rembrandt-van-de-verloren-zoon.html
).
(geraadpleegd op 27 februari 2019).
Nederlands Openluchtmuseum. Collectie Gelderland. ‘Borduurpatroon
met voorstelling de terugkeer van de verloren zoon.’
(https://www.collectiegelderland.nl/organisaties/nederlandsopenluchtm
useum/voorwerp-N.15775). (geraadpleegd op 1 maart 2019).
New World Encyclopedia. ‘Parable of the Prodigal Son.’
(http://www.newworldencyclopedia.org/entry/Parable_of_the_Prodigal
_Son). (geraadpleegd op 14 februari 2019).
New World Encyclopedia. ‘Parable of the Prodigal Son. Morality play.’
(http://www.newworldencyclopedia.org/entry/Parable_of_the_Prodigal
_Son). (geraadpleegd op 28 februari 2019).
Kogart. ‘A tékozló fiú hazatérése.’ (http://www.kogart.hu/alkotas/szalaylajos/tekozlo-fiu-hazaterese). (geraadpleegd op 26 februari 2019).
Nieuwenhuis, R. 2018. ‘Kom binnen en vier feest. Interview van 19
december 2018 met hoogleraar Stefan Paas.’ De Groene
Amsterdammer.
(https://www.groene.nl/artikel/kom-binnen-en-vierfeest). (geraadpleegd op 31 december 2018).
Pixels. ‘The prodigal daughter: Unconditional love of a mother to her
daughter.’ (https://pixels.com/featured/the-prodigal-daughter-oliverwong.html). (geraadpleegd op 11 februari 2019).
Woord en beeld
37
RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. ‘Tekening uit 1924:
Terugkeer
van
de
verloren
zoon.’
(https://rkd.nl/nl/explore/images/113978). (geraadpleegd op 28
februari 2019).
Portland
Art
Museum.
‘Prodigal
son.’
(http://portlandartmuseum.us/mwebcgi/mweb.exe?request=record;id=2
3898;type=101).
(geraadpleegd op 27 februari 2019).
Smith, M.B. 2007. ‘Illuminating art & life: Artist grows papyrus plants
and makes paper for her ancient “ministry”.’ The Decatur Daily.
(http://legacy.decaturdaily.com/decaturdaily/religion/071006/papyrus.s
html). (geraadpleegd op 28 februari 2019).
Sint
Lambertuskirche
Düsseldorf.
‘Hauptportal.’
(http://www.lambertuspfarre.de/seite/113921/rundgang.html).
(geraadpleegd op 30 december 2018).
Wiki Midden-Brabant 2016. ‘De verloren zoon: Rij drie bank 15.’
(https://wikimiddenbrabant.nl/Verloren_zoon). (geraadpleegd op 15
februari 2019).