Duane Michals
Al vanaf haar conceptie zit fotografie geprangd tussen de dienende taak de wereld te
documenteren en het ambitieuze verlangen hem te vertellen. Heel de historische
ontwikkeling van de fotografie is gebaseerd op deze (onophefbare) spanning tussen
tonen en verhalen, tussen vaststelling en argumentatie. De meeste fotografen deinzen
terug voor deze verscheurende dualiteit en kiezen dan maar voor de zekerheid van een
van beide kampen. Sommigen echter (wellicht de meest interessante) plaatsen hun
praktijk juist in het hart van dit onbeheersbare krachtenveld. Het prikkelende oeuvre van
de Amerikaanse fotograaf Duane Michals is daar een indrukwekkend voorbeeld van.
Het werk van Michals (°1932) schuurt voortdurend langs de grenzen van de fotografie.
Gevestigde conventies worden radicaal in vraag gesteld: hij vervangt het singuliere
beeld door de sequens, hij neemt afstand van de technische perfectie van het
fotografische dispositief door de bewuste introductie van fotografische ‘fouten’
(dubbeldruk, bewegingsonscherpte…), de vigerende snapshotcultuur wordt ingeruild
voor een doorwrochte enscenering, de verhouding tussen beeld en taal wordt op scherp
gezet… Al deze ingrepen zijn erop gericht fotografie van een puur technisch duplicaat
te transformeren in een narratief (en dus gelaagd) beeld. Het directe contact wordt
vervangen door een bemiddelde relatie: de fotograaf schrijft zich als filter in tussen beeld
en werkelijkheid.
Michals ontwikkelt zijn fotografische methode niet toevallig in het begin van de jaren
60, een periode waarin de reportagefotografie nog altijd de boventoon voert. Van de
reportagefotografie neemt hij de narratieve impuls over: het werken in series en het
optuigen van de beelden met tekst (twee cruciale eigenschappen van de
reportagefotografie) getuigen daarvan. Waar de reportagefotografie de vertellende
kracht van het fotografische beeld echter vooral inzet om het brede publiek te
informeren, beoogt Michals duidelijk iets anders. Niet het verklaren van de wereld aan
de hand van visuele bewijsstukken, maar de persoonlijke beleving ervan aanschouwelijk
maken in poëtische observaties. Fotografie moet in de eerste plaats ‘ik’ zeggen, de
wereld vanuit een persoonlijk standpunt vertolken.
De complexiteit van sommige narratieve structuren, met als hoogtepunt de mise-enabîme, maakt duidelijk hoe hoog hij de lat wel legt, zonder daarbij echter in hermetisme
te vervallen – zoals bijvoorbeeld wel het geval is in de fotoromans van Marie-Françoise
Plissart. De verhalen blijven leesbaar, de techniek is haast archaïsch. Michals beoogt
niet de lezer te epateren met spectaculaire narratieve acrobatieën, maar wil hem zo
accuraat mogelijk inleiden tot zijn leefwereld – zonder in een puur autobiografisch
relaas te vervallen. Met alle toegepaste technieken en toegeëigende verhalen heeft hij
slechts één doel: zichzelf aanwezig stellen als maker én onderwerp van het beeld. Het
simpele, maar o zo verraderlijke mechaniekje van de camera dat de mens op een
fundamentele manier buitensluit uit het productieproces van het beeld, moet terug
binnen de invloedsfeer van een menselijke maker gebracht worden. Het ‘echte’ werk
vindt dan ook niet plaats in de donkere beslotenheid van de camera, maar in het atelier
waar de beeldenmaker voor zichzelf een plaats verovert in het beeld.
Het gevaar van deze spreidstand tussen beeld en tekst is vaak dat één van beide media
het overwicht krijgt. Het beeld verengt dan al snel tot een illustratie bij de tekst of de
tekst wordt gereduceerd tot een verklaring van het beeld. Michals slaagt erin alles in
balans te houden, niet door tekst en beeld tot elkaars spiegelbeeld te maken, maar juist
door beide media formeel en inhoudelijk tegenover elkaar uit te spelen. Zo zal de tekst
die hij in de marge van de fotografische print plaatst altijd handgeschreven zijn. In deze
beeld/tekstcollages wordt de mechanische en onpersoonlijke blik van de camera
uitgespeeld tegen de persoonlijke, lichamelijke investering van de schrijver. Alleen al
door die verschillende productiewijze zullen tekst en beeld elkaar nooit volledig dekken.
Ook inhoudelijk vertaalt zich dat in een spanning tussen beide media: de tekst staat niet
stil bij wat er in het beeld te zien is, maar gaat juist over wat in het beeld niet langer kan
verschijnen. De tekst roept het (onbereikbare) verleden op, het beeld toont het
(ontoereikende) heden: in de kloof tussen beide wordt het (onstilbare) verlangen van de
auteur opgespannen.
De idee van afwezigheid (die van de dood), duikt wel vaker op in het werk van Michals.
Veel reeksen handelen over de dood: spoken en geesten zijn alomtegenwoordig, in een
aantal zelfportretten ensceneert hij zijn eigen dood, in een andere sequens wordt de dood
zelf ten tonele gevoerd terwijl hij een ouder familielid van de fotograaf tot zich roept.
Het is niet verwonderlijk dat Michals deze morbide obsessie met het levenseinde precies
in een fotografische vorm giet – al vanaf haar conceptie riep fotografie associaties met
de dood op. Michals gebruikt het fotografische beeld echter niet als een burcht tegen het
onvermijdelijke, maar juist als een oefening in sterven. Door bewegingsonscherpte blijft
het gefotografeerde weifelend hangen tussen verschijning en verdwijning: figuren
lossen op voor onze ogen of exploderen tot kosmisch stof.
In de reeksen van Michals verliest het fotografische beeld zijn documentaire
bewijskracht. De foto is geen vaststelling meer, maar een vraag (een van zijn mooiste
boeken heet niet zonder reden Questions Without Answers). De wijze waarop hij het
visuele motief van de spiegel inzet in zijn beelden getuigt evenzeer van die visie. De
spiegel is bijna altijd een vervormende spiegel, een duidelijke sneer naar de aloude
opvatting van het fotografische beeld als een spiegel met geheugen (een vaak
terugkerende metafoor waarmee de eerste generatie fotografen het wetenschappelijk
wonder der fotografie probeerden te omschrijven). In het vervormde spiegelbeeld
verschijnt niet een zuiver duplicaat van de werkelijkheid, maar worden koortsdromen,
verlangens, nachtmerries tot leven gewekt. In het werk van Michals droomt fotografie
de wereld: het biedt de lezer een beeld dat verder reikt dan de gladde perfectie van een
volmaakte, maar helaas steriele herhaling.
• 50 Duane Michals ou le présent composé nog tot 13 september in het Musée de la
Photographie, Avenue Paul Pastur 11, Charleroi (071/43.58.10; www.museephoto.be).