aankoopfrequentie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aankoopfrequentie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·koop·fre·quen·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aankoop zn  en  frequentie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aankoopfrequentie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aankoopfrequentie v

1. het aantal aankopen dat men per tijdseenheid doet

   ▸ De Belgische bestedingen aan biologische producten groeiden vorig jaar met liefst 18 procent tot 514 miljoen euro. Dat is de sterkste stijging in jaren, terwijl de totale voedingsbestedingen met maar 1,1 procent stegen. De stijging bij bio wordt vooral verklaard door een hogere aankoopfrequentie, luidt het in het rapport.

Gangbaarheid

• Het woord 'aankoopfrequentie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.