boomschors
Uiterlijk
- Geluid: boomschors (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomsxɔrs / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.sχɔrs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.sxɔrs/
- boom·schors
- samenstelling van boom en schors
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomschors | boomschorsen |
verkleinwoord | boomschorsje | boomschorsjes |
- het dode buitenste deel van de bast van een boom
- Hoeveel boomschors zou er nou helemaal om zo'n boom heen zitten?
1. het dode buitenste deel van de bast van een boom
- Het woord boomschors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boomschors" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %