drahý
Uiterlijk
- IPA: /draɦiː/
- Afgeleid van het Protoslavische *dorgъ
drahý m
drahý
- -
- milý
- lacný
- -
- dra·hý
- Afgeleid van het Protoslavische *dorgъ
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | drahý | drazí |
genitief | drahého | drahých |
datief | drahému | drahým |
accusatief | drahého | drahé |
vocatief | drahý | drazí |
locatief | drahém | drahých |
instrumentalis | drahým | drahými |
drahý
- duur; een hoge prijs hebbend
- «Ten kabát se mi moc líbil, byl ale moc drahý.»
- Die jas vond ik mooi, maar hij was erg duur.
- «Ten kabát se mi moc líbil, byl ale moc drahý.»
- waardevol
- geliefd
stellend | drahý |
---|---|
vergrotend | dražší |
overtreffend | nejdražší |
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Bijvoeglijk naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Bezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch
- Hard bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch