folder
Uiterlijk
- fol·der
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vouwblad’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | folder | folders |
verkleinwoord | foldertje | foldertjes |
de folder m
- een blad met informatie of reclame
- We kregen een aantal foldertjes in onze hand gedrukt door de opdringerige verkoper.
- (informatica) bundeling van meerdere pagina's of bestanden
- «Open de folder in een nieuw tabblad.»
- [1] vouwblad
1. een blad met informatie of reclame
vervoeging van |
---|
folderen |
folder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van folderen
- Ik folder.
- gebiedende wijs van folderen
- Folder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van folderen
- Folder je?
- Het woord folder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "folder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "folder" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ folder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be