helm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  helm    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɛl^əm / (1 of 2 lettergrepen); /ɦɛlm/

Woordafbreking

• helm

Woordherkomst en -opbouw

• [1] In de betekenis van ‘hoofddeksel’ voor het eerst aangetroffen in 1080
• [2] In de betekenis van ‘duinplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1500
• Van het Protogermaanse *helmaz

1	enkelvoud	meervoud
naamwoord	helm	helmen
verkleinwoord	helmpje	helmpjes

2	enkelvoud	meervoud
naamwoord	helm	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

helm

1. m; (hoofddeksel) beschermend hoofddeksel

   ▸ 'Daar stonden ze, helm aan helm, geweer aan geweer, als in steen gehouwen. Ik werd met trots vervuld dat ik het bevel mocht voeren over een handvol mannen die mogelijk in stukken konden worden gereten maar zich niet lieten overwinnen. Op dit soort momenten triomfeert de menselijke geest over de enorme kracht van de materie.

2. v/m (bloemplanten) Ammophila arenaria  een vaste plant, die tot de grassenfamilie (Poaceae ) behoort. Het is een pioniersplant die belangrijk is bij de vorming van duinen. De plant produceert lange wortelstokken en waar deze wortelstokken met licht in aanraking komen ontstaat een nieuwe spruit

Synoniemen

• duingras, helmgras

Hyperoniemen

• grassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Verwante begrippen

• alpenhelm, noordse helm

Overerving en ontlening

• Afrikaans: helm
• Indonesisch: helm

Hyponiemen

   

achteruitkijkhelm airbaghelm blauwhelm brandweerhelm bromfietshelm calimerohelm camerahelm duikhelm fietshelm gamehelm hockeyhelm integraalhelm koelhelm koudehelm motorhelm oproerhelm pilotenhelm politiehelm pothelm punthelm redressiehelm skihelm smarthelm tropenhelm valhelm veiligheidshelm verdedigingshelm videohelm vlieghelm

Afgeleide begrippen

   

achthelmig driehelmig eenhelmig helmbasilisk helmbeplanting helmbindsel helmbloem helmdak helmdraad helmdwergtiran helmenaffaire helmgat helmgras helmgrasmot helmgrasuil helmhoed helmhokko helmhout helmkaketoe helmkasuaris helmkever helmklauwier helmknop helmkolibrie helmkrab helmkruid helmmanakin helmmonarch helmnet helmneushoornvogel helmoropendola helmpalpmot helmparelhoen helmplant helmplicht helmriet helmslak helmspecht helmstijlig helmstijltje helmstok helmteken helmvanga negenhelmig saamhelmig samenhelmig tienhelmig twaalfhelmig tweehelmig veelhelmig verhelmen vierhelmig vijfhelmig zeshelmig zevenhelmig

Uitdrukkingen en gezegden

• Met de helm (op) geboren zijn

de toekomst kunnen voorspellen

Vertalingen

    1. beschermend hoofddeksel   

Afrikaans: helm (af) Duits: Helm (de) m Engels: helmet (en) Esperanto: kasko (eo) Frans: casque (fr) m, (Middeleeuwen) heaume (fr) m

Italiaans: casco (it) m Indonesisch: helm (id) Russisch: шлем (ru) m, каска (ru) v Spaans: casco (es) m, yelmo (es) m Zweeds: hjälm (sv) g

    2. helmgras   

Afrikaans: duingras (af) Deens: sand-hjælme (da) Duits: Strandhafer (de) m, Sandhafer (de) m Engels: marram grass (en), marram (en), beach grass (en) Frans: oyat (fr) m

Fries: plomreid (fy) Italiaans: erba arenaria (it) v Russisch: песколюб (ru) m Spaans: barrón (es) m Zweeds: sandrör (sv) o, marhalm (sv) g, margräs (sv) o

Gangbaarheid

• Het woord helm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "helm" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [2] helm op Wikidata
• [2] helm op "Wilde planten in Nederland en België" ♣

Afrikaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• helm

Zelfstandig naamwoord

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	helm	helms

helm

1. (hoofddeksel) helm

Indonesisch

Woordafbreking

• helm

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Nederlands "helm"

Zelfstandig naamwoord

helm

1. (hoofddeksel) helm

Afgeleide begrippen

• helmisasi