loco
Uiterlijk
Niet te verwarren met: loco- |
- lo·co
- [bijwoord] van Latijn loco, ablatief van locus "plaats", dus "in de plaats (van)" [1]
- [mannelijk zelfstandig naamwoord] verkorting van locoburgemeester of locosecretaris
- [onzijdig zelfstandig naamwoord] verkorting van locopreparaat
loco
- (handel) op de betreffende plaats, dus zonder kosten van verder transport
- (muziek) op hun normale plaats, aanwijzing bij bladmuziek dat een eerdere verhoging of verlaging met een of twee octaven hier ophoudt
- [1] ter plaatse
- [1] in loco
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loco | loco's |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de loco m
- (politiek) (spreektaal) wettelijke plaatsvervanger van de burgemeester
- Maar daags nadat twee auto's op het gemeentehuis waren ingereden en het historische pand door een vuurzee was verwoest, snelde de burgemeester terug naar Waalre, en verdween zijn loco uit beeld. [2]
- (regering) (spreektaal) wettelijke plaatsvervanger van de gemeentesecretaris
- Voor wat betreft de eerste loco ligt het in de rede dat dit de directeur bedrijfsvoering is (was voorheen de tweede loco-secretaris). [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loco | loco's |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
het loco o
- (medisch) merkloos geneesmiddel dat hetzelfde werkt als een duurder geneesmiddel dat onder een merknaam wordt verkocht
- ,,Hetis niet zo, dat loco's slecht zijn", verduidelijkt Sanders, ,, maar ze kunnen in bepaalde mate anders zijn dan het merkmiddel of andere loco's. Dat betekent, dat een arts die een loco voorschrijft, zich aan dat middel zal moeten houden. Anders kunnen nare verschijnselen optreden." [4]
- Het woord loco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loco" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Houten, M. vanDé goede rampenburgemeester bestaat niet (26 juli 2012) op website: trouw.nl; geraadpleegd 2017-10-16
- ↑ Burgemeester en wethouders van de gemeente HengeloOpenbare besluiten (19 mei 2009) op website: hengelo.nl; geraadpleegd 2017-10-16
- ↑ Vries, H. de"Strijd om prijs, prestatie en prestige op de pillenmarkt. De patiënt hoeft niet langer alles te slikken wat de arts voorschrijft." in Terdege (30 maart 1988) op website: digibron.nl; geraadpleegd 2017-10-16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- lo·co
enkelvoud | meervoud |
---|---|
loco | locos |
loco m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | loco | locos |
vrouwelijk | loca | locas |
loco
- loco in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijwoord in het Nederlands
- Handel in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Politiek in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Regering in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 4
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Spaans