vermoeden
Uiterlijk
- ver·moe·den
- In de betekenis van ‘veronderstellen’ voor het eerst aangetroffen in 1254 [1]
- afgeleid van moed met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vermoeden | vermoedens |
verkleinwoord | (vermoedentje) | (vermoedentjes) |
het vermoeden o
- een waarschijnlijke waarheid
- Een vermoeden is een bewering waarvan men denkt dat deze waar is, zonder daarvan zeker te zijn.
- ▸ Mijn vermoeden zou zijn dat u zijn gezelschap kunt waarderen. Hij is een eminent geleerde.'[3]
- ▸ Minister Micky Adriaansens van Economische Zaken wil dat eenmanszaken hun vestigingsadres straks volledig kunnen afschermen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Ondernemers moeten als alternatief dan wel een postadres registreren. KVK schermt nu al op verzoek af bij een vermoeden van dreiging.[4]
- ▸ Het was zo'n onschuldige opmerking dat van iedereen in de kamer alleen Oscar en Ingeborg onraad vermoedden en elkaar snel een waarschuwende blik toewierpen.[5]
- een stelling zonder bewijs
- In de wiskunde is een vermoeden een wiskundige uitspraak waarvan wiskundigen denken dat deze waar is, terwijl er nog geen sluitend bewijs voor gevonden is.
Een donkerbruin vermoeden hebben.
- Het kan volgens de uitspreker ervan over een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid beschikken.
1. een waarschijnlijke waarheid
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
vermoeden | vermoedend |
- | vermoed |
- | vermoedelijk |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermoeden |
vermoedde |
vermoed |
zwak -d | volledig |
vermoeden
- overgankelijk een gedachte koesteren waarvan men niet zeker is maar die een zekere waarschijnlijkheid inhoudt
- Resistentie werd vermoed in ten minste een aantal gevallen.
- ▸ De stank deed vermoeden dat er vroeger duidelijk te veel was gerookt in de kamer.[6]
1. een gedachte koesteren waarvan men niet zeker is maar die een zekere waarschijnlijkheid inhoudt
- Het woord vermoeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermoeden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vermoeden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vermoeden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %