wel
Uiterlijk
- wel
- In de betekenis van ‘bron’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1001 [1] [2] [3] [4]
- In de betekenis "goed" van het Oudnederlandse wala. Via het Protogermaanse *welō verder te herleiden tot Proto-Indo-Europees uelh1-, uolh1-, "kiezen" (zelfde wortel als willen) [4]
stellend | |
---|---|
onverbogen | wel |
verbogen |
wel
- een ontkenning weerleggend, vaak geschreven met accentteken
- Ik denk dat hij het wél gedaan heeft.
- een toegeving makend; weliswaar
- Hij is wel aanwezig, maar hij let niet op.
- Ik heb veel haar op mijn benen en armen, wel nauwelijks zichtbaar omdat ik heel licht ben.
- Ik zou nou toch nog maar wel eens even goed nadenken!
- een grote hoeveelheid van iets benadrukkend, waarbij tegelijk verbazing en/of verwondering wordt uitgedrukt
- Hij heeft wel zes pannenkoeken naar binnen zitten werken.
- bevestiging zoekend voor iets onzekers
- Heb je het licht wel uitgedaan?
- Klopt dat wel?
- Doet deze het wel?
- bevestiging zoekend voor iets dat min of meer vaststaat, iets veronderstellend
- Je zult wel dorst hebben?
- Ach, het zal wel lukken.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord, (verouderd) goed, gunstig
- Hij vaart er wel bij.
- weldoen: Doe wel en zie niet om.
- wél (beklemtoonde vorm)
- wèl (alternatief voor beklemtoonde vorm tot 1996)
liegen keert zich tegen je, altijd! - met een leugen schiet iemand niets op omdat de waarheid altijd vroeg of laat naar buiten komt
ook diegene die het kundigst is maakt fouten
over kleine fouten van een ander vallen, terwijl de eigen grote fouten niet worden gezien
doe datgene wat je doet goed, doe goede daden, maar verwacht niet geprezen te worden of een dankjewel daarvoor
ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet
een oud persoon kan kan wel eens verliefd zijn op een vrij jong iemand
als iemand van uiterlijk is veranderd, maar niet van karakter; ook wanneer een mens ouder wordt, heeft die nog steeds dezelfde karaktertrekken
niets is perfect
ook voor een minder mooi meisje is er een man te vinden
ook de beste maakt wel eens een fout
hij heeft iets gehoord, trekt conclusies, maar kent niet het totaalplaatje
als men het moeilijkste gehad heeft is de rest eenvoudiger te doen
om een voordeel te behalen bij tegenstanders aansluiten
Menen dat men andermans hulp niet nodig heeft
alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen
|
3. een grote hoeveelheid benadrukkend
wel
- uitdrukking van verbazing
- Wel, wel, wie hebben we daar!
- gebruikt om iets in te leiden of nader te verduidelijken; welnu
- Wel, dit ging als volgt....
- Wel, vertel eens op!
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wel | wellen |
verkleinwoord | welletje | welletjes |
- (waterbeheer) een plaats waar water uit de grond tevoorschijn komt
- Er zit een wel onder onze kelder en dat water moet afgepompt.
stellend | |
---|---|
onverbogen | wel |
verbogen | (alleen predicaat) |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
wel
- gezond, in orde
- Ik ben niet wel.
vervoeging van |
---|
wellen |
wel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wellen
- Ik wel.
- gebiedende wijs van wellen
- Wel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wellen
- Wel je?
- Het woord wel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "wel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ wel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 4,0 4,1 wel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
wel
wel
- wie; vragend voornaamwoord dat vraagt naar een persoon
wel
wel
wel
- (Münsterlands) wie; vragend voornaamwoord dat vraagt naar een persoon
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Predicaatswoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Bijwoord in het Nedersaksisch
- Vragend voornaamwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Urkers
- Bijwoord in het Urkers
- Woorden in het Veluws
- Bijwoord in het Veluws
- Oost-Veluws
- Woorden in het Westfaals
- Vragend voornaamwoord in het Westfaals
- Münsterlands