witkoper
Uiterlijk
- wit·ko·per
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witkoper | |
verkleinwoord |
het witkoper o
- (metallurgie) legering van nikkel en koper en zink
1. zie: alpaca
- Het woord 'witkoper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.