talk
Uiterlijk
- talk
- In de betekenis van ‘vet van dieren (o.a. voor kaarsen gebruikt)’ voor het eerst aangetroffen in 1397 [1]
- > Perzisch طلق (talq).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talk | |
verkleinwoord |
de talk m
- (mineraal) een zacht, wit en poedervormig mineraal, een fylosilicaat met de chemische formule H2Mg3(SiO3)4 of Mg3Si4O10(OH)2.
- Zij gebruikte wat talk toen zij de baby een schone luier gaf.
1.
|
- Het woord talk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "talk" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "talk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
talk | talks |
talk
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to talk |
he/she/it | talks |
verleden tijd | talked |
voltooid deelwoord |
talked |
onvoltooid deelwoord |
talking |
gebiedende wijs | talk |
talk
- a pep talk
- een gesprek om iemand op te beuren
- all talk (and no action)
- vaak praten om iets te doen, maar het nooit eigenlijk doen
- to be all talk
- vaak praten over iets moedigs maar het nooit doen
- (figuurlijk) to be like talking to a brick wall
- praten tegen iemand die niet luistert
- (it's been) good talking to you
- een beleefde uitdrukking gebruikt aan het einde van een gesprek
- (figuurlijk) now you're talking
- je hebt eindelijk een goed idee
- (figuurlijk) to talk the same language
- dezelfde ideeën, smaken enz. hebben.
- to talk around something
- praten terwijl je het onderwerp ontwijkt
- to talk back
- onbeleefd terugspreken
- to talk big
- opscheppen
- to talk down
- een debat winnen
- iemand overtuigen om de prijs te verlagen
- to talk down to
- iemand aanspreken in een neerbuigende manier
- to talk in riddles
- op een manier praten dat moeilijk te verstaan is
- to talk into
- iemand overtuigen
- talk is cheap
- het is makkelijk om iets te zeggen, maar moeilijk om iets te doen
- to talk on
- doorpraten
- to talk out
- iets oplossen door te praten
- (vulgair) to talk out of your arse/ass
- iets doms zeggen
- to talk something over
- iets bespreken
- to talk sense
- redelijk praten
- to talk the talk
- iets zeggen waardoor het waar lijkt
- (figuurlijk) to talk to hear your own voice
- meer praten dan nodig is
- I'll talk to you soon
- met iemand zo duidelijk over de telefoon spreken
- to talk tough
- in een manier praten zodat anderen jouw vrezen
- to talk up something
- iets promoten of ondersteunen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Mineraal in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels